2.5 Inbouw bij E39/2 voertuigen
Bij E39/2 voertuigen met laadhulpinrichting (SU 412) moet de "Ombouwset laadhulpinrichting" afzonderlijk besteld
worden (zie elektronische onderdelencatalogus ETK).
Voorbereidende werkzaamheden
Het (de) storingsgeheugen(s) uitprinten.
De accuaansluitingen losnemen.
De combirollo uitbouwen.
De zijdelingse bekleding linksachter uitbouwen.
De zitting van de achterbank uitbouwen.
De zijdelingse stoffering links van de achterbank uitbouwen.
Beide linker dorpelafschermlijsten uitbouwen (uitsluitend E39/2 zonder boordmonitorradio).
De linker B-stijl bekleding uitbouwen (uitsluitend E39/2 zonder boordmonitorradio).
De linker A-stijl bekleding uitbouwen (uitsluitend E39/2 zonder boordmonitorradio).
De afdekking links onder het instrumentenpaneel uitbouwen (uitsluitend E39/2 met stuur links, zonder
boordmonitorradio).
De afdekking van de bagageruimtebodem c.q. de laadhulpinrichting uitbouwen.
De afdekking van het reservewiel c.q. de houderrails voor de laadhulpinrichting links naast de reservewielkuip
uitbouwen.
De accuafdekking uitbouwen.
Het opbergvak boven de accu uitbouwen.
De ingevouwen pagina uitvouwen!
A
De aan de subwoofer gemonteerde grendelpennen verwijderen. Deze grendelpennen moeten later voor het
bevestigen van de subwoofer weer in dezelfde openingen worden gemonteerd.
De subwoofer (1) aan de achterkant van de linker achterbankrugleuning (2) met de afstand a positioneren zodat de
bovenste bevestigingsplaat van de subwoofer (1) tegen de bovenkant (3) van de achterbankrugleuning (2) aanligt.
Vervolgens de boringen (4) aftekenen.
Maat a = 30 mm.
b
Voorzichtig boren aangezien het plaatoppervlak aan de boorpositie oneffen zijn kan.
De subwoofer (1) weer verwijderen, de afgetekende boorposities met Ø 3,5 mm voorboren en vervolgens tot
Ø 9,5 mm uitboren.
B
b
Voorzichtig boren aangezien het plaatoppervlak aan de boorpositie oneffen zijn kan.
De houdernokken (1) over de drie bestaande boringen (2) positioneren. Vervolgens aan de achterkant van de linker
achterbankrugleuning (4) telkens twee boorposities met behulp van de boringen (3) in de houdernokken (1)
aftekenen. De afgetekende boorposities met Ø 2,5 mm boren en de houdernokken (1) met bolkopplaatschroeven
3,9 x 25 (5) bevestigen.
C
b
Voor het bevestigen van de subwoofer kan een muntstuk of een grote platte schroevendraaier worden
gebruikt.
c
De subwoofer (1) op de voorziene bevestigingsapunten leggen en met de grendelpennen (2) bevestigen.
Het witte 3-polige pennenhuis (3) van de subwoofer (1) op de aftakking A4, het witte 3polige bussenhuis van de
voedingskabel A aansluiten.
Het zwarte 4-polige pennenhuis (4) van de subwoofer (1) op de aftakking B5, het zwarte 4-polige bussenhuis van
de luidsprekerkabel B, aansluiten.
Vervolgens de voedingskabel A en de luidsprekerkabel B naar de voorziene aansluitposities in het voertuig
installeren (zie volgende afbeeldingen D, E, F, G en H alsmede hoofdstuk 2. 1 'Overzicht aansluitingen extra
draadbomen').
c
c
NI/2-67