Verzorging en onderhoud
8
Verzorging en onderhoud
Door regelmatige verzorging en onderhoud van het apparaat zorgt u voor
een permanent hoge kwaliteit van uw dranken.
8.1
Algemene reiniging
Reinig het apparaat geregeld. Verwijder externe verontreinigingen door
melk en koffie onmiddellijk.
OPGELET
Het gebruik van ongeschikte reinigingsmiddelen kan krassen veroorza-
ken op de oppervlakken van het apparaat.
Gebruik geen schurende doeken, sponzen of reinigingsmiddelen.
Voorwaarde: het apparaat is uitgeschakeld.
Reinig het apparaat aan de buitenkant met een zachte, vochtige doek en
een normaal vaatwasmiddel.
Spoel het lekbakje en de residubak af. Gebruik hierbij een zachte, voch-
tige doek en een normaal vaatwasmiddel.
Reinig het bonenreservoir met een zachte, droge doek.
De residubak (7), het druprooster (15) en de melkcontainer (zonder
deksel, melkslang en buisje) mogen gereinigd worden in de vaatwasma-
chine.
8.2
Koffiesysteem spoelen
Bij het spoelen worden de buisjes van de uitloop en de inwendige delen
van het koffiesysteem gespoeld. Daardoor komt er ook spoelwater uit het
systeem in het lekbakje terecht.
Bij het in- en uitschakelen voert het apparaat een automatische spoeling
uit.
U kunt de spoeling ook manueel uitvoeren:
Voorwaarde: de display geeft de stand-by-indicatie weer.
1. Plaats een kopje of glas onder de uitloop.
2. Houd de toets „menu/ok" langer dan 2 seconden ingedrukt.
»
Het menu verschijnt op de display.
3. Navigeer naar het menu Onderhoud > Spoeling.
»
Het apparaat voert een automatische spoeling uit.
»
Op de display verschijnt de stand-by-indicatie.
166