Werken met accu's
• Accu's kunnen grote hoeveelheden energie opslaan en een niet gedisciplineerd gebruik kan zeer
gevaarlijk zijn. Sluit de starthulp nooit aan op een accu met een verkeerde spanning. Sluit de starthulp
ook niet op andere niet geschikte of defecte accu's of andere apparaten aan.
• Houd kinderen weg van accu's en accuzuren.
• Vermijd contact van accuvloeistof met huid of kleding. Het daarin voorkomende zuur kan leiden tot
chemische brandwonden. Mocht u echter toch in contact komen met accuvloeistof, dan moet u de
plekken waarop accuzuur is gemorst onmiddellijk met overvloedig water afspoelen. Natrium kan het
accuzuur neutraliseren. Mochten uw ogen in contact zijn geweest met de accuvloeistof, spoel dan de
ogen minstens 20 minuten uit onder stromend water en laat u door uw huisarts behandelen.
Aanbevolen wordt om een veiligheidsbril te dragen om uw ogen te beschermen.
• Om kortsluitingen te voorkomen moet u ervoor zorgen dat metalen en andere geleidende voorwerpen
zich op voldoende afstand van de accupolen en de starthulp bevinden. Een kortsluiting, die een vonk
of een elektrische ontlading veroorzaakt, kan het apparaat beschadigen, een explosie veroorzaken
of tot andere gevaarlijke situaties leiden. Doe geleidende sieraden zoals metalen ringen, horloges,
(hals)kettingen en dergelijke af voordat u aan de starthulp of de accu gaat werken.
• Schakel het systeem uit voordat u verbinding maakt of verbreekt met de accu.
• Afhankelijk van het type accu kunnen bij het opladen bubbels ontstaan in de vloeistof door het
vrijkomen van gas. Omdat gas ontvlambaar is, vermijd open vuur, gloei- of elektrisch geladen
apparaten en vonken in de buurt van de accu.
met accu's.
•
Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw accu door voordat u het apparaat aansluit. Let ook op de
gebruiksaanwijzing in het instructieboek van uw voertuig.
•
Gebruik het apparaat alleen als de behuizing en de kabels onbeschadigd zijn en alle verbindingen
goed vast zitten. Losse of vervuilde verbindingen kunnen oververhitting, rond vliegende vonken en
brand veroorzaken.
•
Maak indien nodig ook de elektrische aansluitingen schoon van uw voertuig naar de accu. Gebruik
indien nodig zuurvrij vet.
•
Rook niet en voorkom iedere vonkenregen in de buurt van accu's.
•
Probeer nooit een defecte of bevroren accu op te laden of voor het starten te gebruiken. Doe geen
startpogingen, ook niet met behulp van een accu van een ander voertuig, om met een bevroren accu
een voertuig te starten.
•
Plaats de starthulp nooit op brandbare materialen of direct op de accu. Zet de accu ook niet op de
starthulp.
Zorg altijd voor voldoende ventilatie tijdens het werken
25