4.
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
4.1
Inschakeling
Alvorens het apparaat in werking te stellen, dient u zich ervan te
verzekeren dat u alle voor het systeem benodigde aansluitingen
tot stand heeft gebracht. Zet de netschakelaar [4] op de stand
ON. Het controlelampje 'ON' [2] geeft aan dat het apparaat is
ingeschakeld.
4.2
Display
Met uitzondering van de led die aangeeft dat het apparaat
is ingeschakeld [2], kunnen de led's [3] op het frontpaneel
het uitgangsniveau en/of de functietoestand van de versterker
aangeven (zie 11/676).
5.
OPMERKINGEN
5.1
Geforceerde ventilatie
De versterkers PMW500-V zijn uitgerust met een ventilator voor
de geforceerde koeling van de laatste vermogenstrappen en van
het binnenste van het apparaat. Deze ventilator, die beschikt over
een eigen voedings- en besturingscircuit, treedt automatisch in
werking bij het bereiken van een bepaalde temperatuur van de
warmtewisselaar en schakelt uit wanneer de temperatuur weer
op een normale waarde komt. In de praktijk is bij standaard
gebruikscondities van dit soort versterkers, dat wil zeggen de
verspreiding van achtergrondmuziek afgewisseld met gesproken
mededelingen op vol vermogen, en bij normale klimatologische
omstandigheden, geforceerde ventilatie niet nodig en wordt
deze dan ook niet ingeschakeld; dit leidt tot een aanzienlijke
reductie van de mechanische slijtage van de bewegende delen,
een vermindering van de hoeveelheid stof die door de ventilator
in het apparaat wordt gevoerd en, niet op de laatste plaats, een
vermindering van het omgevingslawaai veroorzaakt door het grote
aantal draaiende ventilatoren in het geval van systemen met één
of meer kasten met een grote hoeveelheid boosters. De ventilator
zuigt frisse lucht aan door de openingen op de achterzijde van het
apparaat [9] en voert de verwarmde lucht af via de openingen
op de voorzijde [1]; het is dan ook van het grootste belang dat
deze openingen nooit geblokkeerd worden.
5.2
Overbelasting en beveiligingen
De PMW500-V zijn niet alleen uitgerust met de traditionele
beveiliging door middel van zekeringen, maar beschikken ook
over een elektronische beveiliging en een thermische beveiliging
die het apparaat beschermen tegen het risico van eventuele
beschadigingen. Toepassing van een lagere belastingsimpedantie
dan de nominale waarde betekent dat aan het apparaat
voortdurend een hoger vermogen wordt gevraagd dan het op
kan brengen. Hierdoor kunnen de eindvermogenstrappen en
de uitgangstransformator beschadigd raken. Om dergelijke
problemen te voorkomen, zijn de versterkers van het modulaire
systeem uitgerust met een beveiligingscircuit tegen overbelasting
met automatische reset. Het beveiligingscircuit zal onmiddellijk
in werking treden indien zich één van de volgende situaties
voordoet:
-
kortsluiting op één van de uitgangen voor luidsprekers.
-
belastingsimpedantie lager dan 50% van de nominale
waarde.
-
vermogen dat gevraagd wordt door het systeem van
luidsprekers, aangesloten op de constante spanningslijnen,
hoger dan het vermogen dat de versterker kan leveren.
De overbelastingsconditie wordt aangegeven door dat het
controlelampje 'OVD' [3] op het frontpaneel van het apparaat
gaat knipperen. Het apparaat zal de normale werking hervatten
zo gauw men de oorzaak van de overbelasting heeft weggenomen.
De thermische beveiliging, die eveneens over een automatische
reset beschikt, treedt in werking in het geval het apparaat een
te hoge temperatuur bereikt, bijvoorbeeld als gevolg van een te
hoge omgevingstemperatuur of een onvoldoende ventilatie van
de kast. Wanneer de thermische beveiliging geactiveerd wordt,
stopt de versterker met werken, alle led's gaan uit en alleen de
ventilator blijft in werking.
24
• PMS2000 System •
4.
USO DEL APARATO
4.1
ENCENDIDO
Antes de encender el aparato es preciso comprobar que todas
las conexiones necesarias para completar la instalación hayan
sido realizadas correctamente. Poner el interruptor de red [4] en
la posición ON. El piloto luminoso 'ON' [2] confi rma el encendido
del aparato.
4.2
Display
Los LEDs [3] del panel frontal, salvo el correspondiente al
encendido del aparato [2], pueden actuar como indicadores del
nivel de salida y/o como indicadores del estado de funcionamiento
del amplifi cador (ver 11/676).
5.
NOTAS DE SERVICIO
5.1
Ventilación forzada
Los amplifi cadores PMW500-V disponen de un ventilador para
enfriar de manera forzada las etapas fi nales de potencia y el
interior del aparato.
Este ventilador, con su proprio circuito de alimentación y control,
se activa automáticamente cuando se alcanza una determinada
temperatura en el disipador de calor y se detiene cuando la
temperatura vuelve a niveles normales. Prácticamente, en
condiciones de uso normales para amplifi cadores de este calibre,
como la difusión de música ambiente con intercalados anuncios
vocales a plena potencia, y en condiciones climáticas normales,
la ventilación forzada no es necesaria por lo que no es activada;
esto conlleva una reducción notable del desgaste mecánico de
las partes en movimiento, la reducción de la acumulación de
polvo introducida en el aparato por los ventiladores y también
la reducción del ruido ambiente causado por el alto número de
ventiladores en movimiento en el caso de instalaciones con uno
o más armarios que contengan un gran número de booster.
El ventilador aspira aire fresco por las ranuras traseras del
aparato [9] y expulsa el aire caliente por las ranuras delanteras
[1], por lo tanto es preciso no tapar nunca dichas ranuras.
5.2
Condiciones de sobrecarga y protecciones
El PMW500-V dispone, además que de la protección clásica
proporcionada por los fusibles, de una protección electrónica
y de una térmica que los protegen contra eventuales riesgos
de daños. Aplicar un valor de impedancia de carga inferior a
la nominal signifi ca pedir al aparato una potencia superior a la
proporcionable con continuidad.
Esto puede llevar a dañar las etapas fi nales de potencia y el
transformador de salida.
Para no correr estos riesgos los amplifi cadores del sistema
modular disponen de circuito de protección contra las
sobrecargas con restablecimiento automático.
El circuito de protección interviene inmediatamente sobre el
amplifi cador en el caso de que se produzca uno de los casos
siguientes:
-
cortocircuito en una de las salidas para altavoces.
-
impedancia de carga inferior al 50% del valor nominal.
-
potencia requerida por el sistema de difusores, conectados
en las líneas de tensión constante, superior a la suministrable
por el amplifi cador.
La condición de sobrecarga queda señalada por el encendido,
intermitente, del piloto luminoso 'OVD' [3] situado en el panel
frontal del aparato. El aparato vuelve a funcionar normalmente tan
pronto se haya procedido a eliminar la causa de la sobrecarga. La
protección térmica, también ella del tipo con autoresta-blecimiento,
interviene cuando el aparato alcanza una temperatura excesiva
debida, por ejemplo, a una temperatura ambiente demasiado alta o
a una escasa ventilación del armario rack. Durante la intervención
de la protección térmica el amplifi cador cesa de funcionar, todos
los LED se apagan y queda en función sólo el ventilador.