•
Voer de draad in met de "inchknop"; de draad moet
met een constante snelheid lopen. Is dit niet het
geval of de draad slipt; pas dan de spanning op de
drukrol aan tot de draad regelmatig loopt.
Opmerking: Leg het slangenpakket van het pistool
min of meer rechtuit om de invoer te
vereenvoudigen.
Omschrijving
A. B. C. D. E. draadaanvoersysteem met twee- of
vierrol-aandrijving; voor draadaanvoersets zie
Toebehoren.
F.
Inchen (omlaag), gaspoelen (omhoog): Dit is een
wisselschakelaar met middenstand. Wanneer deze
naar beneden gehouden wordt, wordt er draad
aangevoerd zonder dat de stroombron inschakeld.
Tijdens de draadaanvoer kan de snelheid
aangepast worden met de draadsnelheidsencoder
op het bedienpaneel. Aanpassing van de snelheid
van de koude draadaanvoer beïnvloed de
startsnelheid en lassnelheid niet. Wanneer de
schakelaar van de koude draadaanvoer losgelaten
wordt, wordt de nieuwe waard eautomatisch
opgeslagen. Wanneer deze schakelaar omhoog
gehouden wordt , wordt de gasklep bekrachtigt en
spoelt het beschermgas de toorts.
G. Opbergbakjes voor kleine onderdelen
H1. Contactdoos voor afstandsbediening
H2. Push Pull connector
I.
Wateraansluitingen (alleen op watergekoelde
nstallatie)
J.
Selectie Water- of Luchtgekoelde toorts: (standaard
op de watergekoelde modellen). Stel deze
schakelaar in naar het model toorts wat gebruikt
wordt.
K.
Deksel
L.
Led status Lampt: (zie omschrijving hieronder)
M. 2/4 takt schakelaar
Werking 2 takt :
Voorwaarde Hot/Soft Start & Kratervuller "UIT"
1.
Drukken van de toortsschakelaar initiéerd de
lascyclus (gasvoorstroom, draadaanvoer, etc.)
2.
Loslaten van de toortsschakelaar beëindigt de
lascyclus (Afbrandvertraging, gasnastroom etc.
Met Hot/Soft Start "AAN":
1.
Indrukken van de toortsschakelaar initieerd de
lascyclus (gasvoorstroom, draadaanvoer). En
wijzigt de draadsnelheid en lasspanning naar
de Hot/Softstart waarden. Nadat de Hot/Soft
Start tijd is afgelopen, veranderen de
lasparameters naar de normaal ingestelde
waarden.
2.
Loslaten van de toortsschakelaar beëindigt de
lascyclus (afbrandvertraging, gasnastroom,
etc).
Met Kratervullerl "AAN":
1.
Sluiten van de Toortsschakelaar initieerd de
lascyclus (gasvoorstroom, draadaanvoer, etc).
2.
Na het loslaten van de toortsschakelaar zullen
de draadsnelheid en lasspanning wijzigen naar
de ingestelde kraterwaarden met de ingestelde
duur.
Werking 4 takt
Met Hot/Soft Start & Kratervuller "UIT".
1.
Drukken van de toortsschakelaar initiéerd de
lascyclus (gasvoorstroom, draadaanvoer, etc.)
2.
Na het loslaten blijft de lascyclus actief en blijft
de lasboog in stand.
3.
Opnieuw drukken van de toortsschakelaar
onderbreekt de lascyclus, de lasdraad stopt.
4.
Na het loslaten van de toortsschakelaar stopt
de lascyclus (afbrandvertraging, gasnastroom,
etc.).
Met Hot/Soft Start "AAN":
1.
Drukken van de toortsschakelaar initieerd de
lascyclus (gasvoorstroom, draadaanvoer) en
veranderd de draadsnelheid en lasspanning
naar de ingestelde Hot/Soft Start waarden.
2.
Na het loslaten van de toortsschakelaar
veranderen de draadsnelheid en lasspanning
naar de ingestelde waardes. De lascyclus blijft
actief. De lasboog blijft branden.
3.
Opnieuw drukken van de toortsschakelaar
onderbreekt de lascyclus, de lasdraad stopt.
4.
Na het loslaten van de toortsschakelaar stopt
de lascyclus (afbrandvertraging, gasnastroom,
etc.).
Met Krater vuller "AAN":
1.
Drukken van de toortsschakelaar initieerd de
lascyclus (gasvoorstroom, draadaanvoer etc.).
2.
Na het loslaten van de toortsschakelaar
veranderen de draadsnelheid en lasspanning
naar de ingestelde waardes. De lascyclus blijft
actief. De lasboog blijft branden.
3.
Nomaals drukken van de toortsschakelaar
onderbreekt de lascyclus. De lasparameters
wijzigen in de kraterparameters, voor zolang de
schakelaar gedrukt wordt.
4.
Na het loslaten van de toortsschakelaar stopt
de lascyclus (afbrandvertraging, gasnastroom,
etc.).
G-3