FOUTMELDINGEN:
Als het kalibratieproces om eender welke reden wordt onderbroken, zal de regelaar de kalibratiemodus na enkele
seconden automatisch verlaten, zonder enige tussenkomst van de gebruiker. In dat geval verschijnt enkele
ogenblikken de melding "E1" op het scherm [10].
Indien de pH-waarde die tijdens de kalibratie werd vastgesteld, sterk verschilt van de verwachte waarde (bv.
defecte sonde ...), zal op het scherm [10] de melding "E2" verschijnen, waardoor geen kalibratie mogelijk is.
Als de pH-meting tijdens het kalibratieproces instabiel is, verschijnt de code "E3" op het scherm [10]. Ook in dat
geval kan de elektrode niet worden gekalibreerd.
6.3.
Onderhoud van de pH-sensor
1.
Controleer dat het elektrodemembraan te allen tijde nat blijft.
2.
Indien u van plan bent de elektrode gedurende lange tijd niet te gebruiken, moet u ze ondergedompeld in een bewaaroplossing
met pH=4,0 bewaren.
3.
Vermijd om mogelijk vuil van de elektrode te verwijderen met behulp van schurende materialen die krassen kunnen aanbrengen op
het meetoppervlak.
4.
De pH-sensor is een slijtageonderdeel dat na een zekere gebruiksduur moet worden vervangen.
Fig. 28
18