ALV OR EN S H E T A P PAR A AT I N GE BRU I K
s
TE N E ME N
Voordat u uw luchtvochtiger voor de eerste keer gebruikt, moet u alle reclame-
●
stickers verwijderen (met uitzondering van het typeplaatje).
Werd het apparaat bij zeer lage temperaturen bewaard, dan moet u het min-
●
stens 1 uur op kamertemperatuur laten komen alvorens het te gebruiken.
Gebruik het apparaat uitsluitend bij een kamertemperatuur tussen 5 °C en 40 °C.
●
De relatieve kamerluchtvochtigheid mag niet hoger zijn dan 80 %. Overigens:
ideaal is een kamerluchtvochtigheid tussen 40 % tot 60 %.
Het apparaat mag niet worden bedekt. Een adequate luchtcirculatie rond het
●
NL
apparaat is uiterst belangrijk voor een probleemloze en efficiënte bevochtiging.
We raden een minimale afstand van 50 cm aan ten opzichte van wanden, ver-
warmingen en andere voorwerpen. Controleer of de stroomadapter nog niet
op het apparaat is aangesloten en de stekker nog niet in het stopcontact zit.
1. Haal de motoreenheid van het apparaat af door deze voorzichtig omhoog te
tillen.
2. Haal de bevochtigingsmat uit het basisstation en verwijder het verpakkings-
materiaal. Plaats de bevochtigingsmat terug in het waterreservoir. De vlotter
bevindt zich in het midden van de bevochtigingsmat en de positiering ligt op de
bevochtigingsmat (de pennen van de ring zijn naar beneden gericht). De punt
van de vlotter steekt door de middelste ring, zodat de vlotter op zijn plaats zit.
3. Vul het waterreservoir met schoon, koud kraanwater. U kunt het waterpeil op
het kijkvenster zien. Overschrijd de MAX-markering niet.
Let op: Voeg geen additieven toe aan het water zoals etherische oliën of
●
geurstoffen! Deze additieven beschadigen uw apparaat en verkleuren
het plastic materiaal. Apparaten die door toevoeging van additieven zijn
beschadigd, vallen niet meer onder de garantie.
104
Opmerking: Het gebruik van niet al te koud water garandeert een efficiënte
●
bevochtiging. De watertemperatuur mag bovendien niet hoger zijn dan 30 °C
om te vermijden dat apparaatonderdelen beschadigd raken.
4. Plaats de motoreenheid terug op het apparaat. Let erop dat de gaten van
het lipje van het basisstation tegenover de gaten van de aansluitbus van de
motoreenheid liggen.
5. Steek de stekker van de stroomadapter in de bus van de motoreenheid.
6. Steek de stekker in het stopcontact, waarna u een pieptoon hoort. Druk op de
ON/OFF-knop om het apparaat in te schakelen. U hoort een pieptoon, waarna
de funtielampjes van de standaardinstelling gaan branden (ON/OFF, LIGHT, II).
INGEBR U IKNA ME/
s
INST ELLIN GEN UI TV OER E N
Wanneer u de functietoetsen kort indrukt, wordt de desbetreffende instelling
●
uitgevoerd en gaat het desbetreffende functielampje blauw branden. Elke druk
op de knop wordt bevestigd door een pieptoon.
;
A AN/ UIT- KNOP
Zodra u de stroomstekker in het stopcontact steekt, kunt u de luchtbevochtiger
●
;
met de knop
inschakelen. U hoort een pieptoon, het apparaat wordt gestart
op gemiddelde bevochtigingsvermogen en het ledlampje van de motoreenheid
knippert afwisselend in 7 kleuren. De functielampjes bij
blauw (standaardinstelling).
;
Druk nogmaals op de knop
om het apparaat uit te schakelen. U hoort een
●
pieptoon, het display gaat uit en het apparaat wordt uitgeschakeld.
NL
;
, LIGHT en II branden
105