Veiligheidsinstructies
3.1.3
Veiligheid van personen
■
Wees oplettend en voer uw handelingen
bewust uit. Ga voorzichtig te werk bij het
gebruik van het elektrische gereedschap.
Gebruik geen elektrisch gereedschap
wanneer u moe bent of onder invloed bent
van drugs, alcohol of medicijnen. Wanneer
u een moment niet oplet, kan het elektrische
gereedschap ernstige verwondingen veroor-
zaken.
■
Draag een persoonlijke beschermingsuit-
rusting en altijd een veiligheidsbril. Het
dragen van een persoonlijke beschermings-
uitrusting verlaagt het risico op verwondin-
gen. Tot de uitrusting behoren, afhankelijk
van het type elektrisch gereedschap en de
toepassing ervan, bijv. een stofmasker, vei-
ligheidsschoenen met goede grip, een veilig-
heidshelm of gehoorbescherming.
■
Voorkom dat het apparaat onbedoeld in
gebruik wordt genomen. Controleer of het
elektrische gereedschap is uitgeschakeld
voordat u het op de voeding aansluit en/of
de accu plaatst, het optilt of draagt. Als u
bij het dragen van het elektrische gereed-
schap uw vinger op de schakelaar houdt of
het elektrische gereedschap ingeschakeld
aansluit op de netspanning, kan dit leiden tot
ongevallen.
■
Verwijder afstel- of schroefgereedschap
voordat het elektrische gereedschap
wordt ingeschakeld. Een gereedschap of
sleutel die zich in een roterend deel van het
elektrische gereedschap bevindt, kan letsel
veroorzaken.
■
Voorkom een abnormale lichaamshou-
ding. Zorg ervoor dat u stevig staat en uw
evenwicht kunt bewaren. Hierdoor kunt u
het elektrische gereedschap in onverwachte
situaties beter controleren.
■
Draag geschikte kleding. Draag geen wij-
de kleding of sieraden. Houd haar en kle-
ding weg van bewegende delen. Loszitten-
de kleding, sieraden of lange haren kunnen
door bewegende onderdelen worden gegre-
pen.
■
Als stofafzuig- en -opvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, moeten deze
worden aangesloten en correct worden
gebruikt. Het gebruik van een stofafzuiging
kan gevaar door stof verkleinen.
■
Laat u niet verleiden tot een vals gevoel
van veiligheid en stap niet over de veilig-
442598_a
heidsregels voor elektrische gereed-
schappen heen, zelfs niet wanneer u na
veelvuldig gebruik vertrouwd bent met het
elektrische gereedschap. Onnadenkend
handelen kan in een fractie van een seconde
leiden tot ernstig letsel.
3.1.4
Gebruik en behandeling van het
elektrische gereedschap
■
Voorkom overbelasting van het elektri-
sche gereedschap. Gebruik voor uw werk-
zaamheden het juiste elektrische gereed-
schap. Met het passende gereedschap werkt
u beter en veiliger in het beschreven toepas-
singsgebied.
■
Gebruik het elektrische gereedschap niet
wanneer de schakelaar kapot is. Elektrisch
gereedschap dat niet meer in- of uitgescha-
keld kan worden, is gevaarlijk en moet wor-
den gerepareerd.
■
Trek de stekker uit de contactdoos en/of
verwijder de uitneembare accu voordat u
instellingen aan het apparaat uitvoert, ge-
reedschapsdelen verwisselt of het elektri-
sche gereedschap opruimt. Deze veilig-
heidsmaatregel voorkomt het onbedoeld star-
ten van het elektrische gereedschap.
■
Bewaar ongebruikt elektrisch gereed-
schap buiten het bereik van kinderen. Het
elektrische gereedschap mag niet worden
gebruikt door personen die er niet mee
vertrouwd zijn of die de instructies niet
hebben gelezen. Elektrische gereedschap-
pen zijn gevaarlijk als ze worden gebruikt
door onervaren mensen.
■
Onderhoud elektrisch gereedschap en in-
zetgereedschap zorgvuldig. Controleer of
bewegende delen goed werken en niet
klemmen, of er delen gebroken zijn of zo-
danig beschadigd dat de werking van het
elektrische gereedschap wordt belem-
merd. Laat beschadigde onderdelen repa-
reren voordat u het elektrische gereed-
schap gebruikt. Veel ongevallen worden
veroorzaakt door slecht onderhouden elektri-
sche gereedschappen.
■
Houd het snijgereedschap scherp en
schoon. Goed onderhouden snijgereed-
schap met scherpe snijkanten blijft minder
snel haken en is gemakkelijker in het gebruik.
■
Gebruik het elektrische gereedschap, het
toebehoren, inzetgereedschap enz. con-
form deze instructies. Neem hierbij de
werkomstandigheden en de uit te voeren
39