Instructions de service (utilisateur)
CONTRÔLES AVANT LA MISE EN SERVICE
− Contrôler le niveau d'eau dans l'installation de chauffage.
− Contrôler le niveau de fioul dans la citerne.
− Observer les prescriptions générales pour l'installation du
brûleur.
− Placer les organes de réglage sur la température désirée.
− En
cas
d'installation
assurez-vous que celle-ci est en demande.
MISE EN SERVICE
− Assurez-vous que tous les robinets d'arrêt de la conduite
d'arrivée de fioul sont ouverts.
− Pour les installations avec boucle de gavage assurez-vous
que les pompes sont en marche.
− Enclencher tous les interrupteurs électriques de l'installation
de chauffage.
MISE HORS SERVICE
− En cas d'interruption de courte durée, déclencher
l'interrupteur principal de commande.
− En cas d'interruption prolongée, déclencher tous les
interrupteurs.
TRAVAUX D'ENTRETIEN
− Nettoyer périodiquement la chaudière, la cheminée
citerne.
− En cas de livraison de fioul, arrêter le brûleur et ne le
remettre en route que deux heures après la fin du
remplissage.
− Toute installation de brûleur fioul doit être contrôlée une fois
par an par un spécialiste.
EN CAS DE DERANGEMENT
− En cas de mise en sécurité du brûleur, le voyant rouge du
coffret de contrôle s'allume.
− Le coffret de contrôle peut être réarmé par pression sur le
voyant rouge.
− Si le brûleur ne peut être remis en marche, vérifier les points
des «Contrôles avant la mise en service».
− Si le dérangement persiste, aviser l'installateur.
EN CAS DE DANGER
− Déclencher l'interrupteur de secours.
− Fermer les vannes d'arrivée de fioul.
− En cas d'incendie, utiliser exclusivement un extincteur à
mousse.
CONTROLES REGULIERS PAR L'USAGER
− La cheminée de l'installation ne doit pas dégager de fumée
noire ni d'odeur de fioul.
− Surveiller la consommation de fioul au niveau de la citerne
pour déceler une fuite éventuelle.
− Tout phénomène anormal doit être immédiatement signalé
à l'installateur qui a procédé à la pose du brûleur et doit être
éliminé sans tarder.
18
pilotée
par
une
régulation,
Gebruiksaanwijzing (gebruiker)
CONTROLES VOOR DE INGEBRUIKNAME
− Controleer het waterniveau in de verwarmingsinstallatie.
− Controleer het mazoutniveau in de tank
− Respecteer de algemene voorschriften voor de installatie
van de brander.
− Stel de thermostaat in op de vereiste temperatuur.
− In geval van een weersafhankelijk bestuurde installatie, zorg
voor een warmtevraag.
INGEBRUIKNAME
− Controleer het open-zijn van de afsluitkranen op de
mazoutleiding.
− In geval van installaties met kringleidingen, zorg dat pomp
aangeschakeld is.
− Schakel
alle
verwarmingsinstallatie aan.
BUITEN GEBRUIK STELLEN
− In
geval
hoofdbedieningsschakelaar uitschakelen.
− In geval van langere onderbrekingen, alle schakelaars
uitschakelen.
ONDERHOUDSWERKEN
et la
− Regelmatig reinigen van de ketel, de schouw en de
mazouttank.
− Tijdens bijvullen van mazout, de brander uitschakelen en
pas twee uur na beëindiging terug aanschakelen.
− De gehele mazoutbranderinstallatie moet één keer per jaar
nagezien worden door een vakman.
IN GEVAL VAN STORINGEN
− Indien de brander zich in de veiligheidsmodus bevindt,
brandt het rode lichtje van de branderautomaat.
− De branderautomaat kan ontgrendeld worden door te
drukken op de rode lichtknop.
− Indien de brander niet wil herstarten, controleer dan de
puntjes onder " Controles voor de ingebruikname ".
− Indien
de
storing
Service-Dienst.
IN GEVAARLIJKE SITUATIES
− Schakel de noodschakelaar uit.
− Sluit de afsluitkranen op de olietoevoerleiding.
− Bij brand, enkel gebruik maken van brandblussers op
schuim.
REGELMATIGE CONTROLES DOOR DE GEBRUIKER
− De schouw van de installatie mag geen zwarte rook, noch
oliegeur afgeven.
− Let op het olieverbruik om eventuele olielekken op te sporen.
− Elk ongewoon feit moet onmiddellijk aan de installateur
doorgegeven worden en zo snel mogelijk behandeld.
13 012 721C
elektrische
schakelaars
van
korte
onderbrekingen,
aanhoudt,
contacteer
van
de
dan
de