3.4.3 Aansluitschema's met installatievoorbeelden
De hydraulische weergaven zijn slechts schematisch en zijn
een vrijblijvend voorbeeld voor een mogelijke hydraulische
schakeling.
▶ De veiligheidsvoorzieningen moeten conform de geldende
normen en lokale voorschriften worden uitgevoerd.
▶ Zie voor meer informatie en mogelijkheden de plannings-
documenten of het bestek.
Het voorbeeld in afb. 18, pagina 48 toont een module in een in-
stallatie met twee cv-circuits, temperatuursensoren op de
evenwichtsfles en een ketelcircuitpomp.
Legenda bij afb. 18:
Randaarde
L
Fase (netspanning)
N
N-leider
Identificatie aansluitklemmen:
230 V AC Aansluiting netspanning
AS
Aansluiting voor potentiaalvrij in- en uitschakelen
van de pomp aan de laagspanningszijde (SELV)
EMS
Aansluiting BUS-systeem EMS plus
FK
Aansluiting temperatuursensor op de evenwichtsfles
U
Aansluiting 0 – 10V voor pompregeling (SELV)
Onderdelen van de installatie:
230 V AC Netspanning
BUS
BUS-systeem EMS plus
CON
Bedieningseenheid RC300
FK
Temperatuursensor direct na de evenwichtsfles
voor PM10; aansluiting op aansluitklem FK
HS
Ketel (Heat Source)
MM...
Module MM50 of MM100
PC...
CV-pomp in cv-circuit 1 en 2 (Pump Circuit)
PM10
Module PM10
PHS
Ketelcircuitpomp (Pump Heat Source circuit);
netspanning niet via de module aansluiten!
T0
Aanvoertemperatuursensor aan de evenwichtsfles
(Temperature sensor, optie, aansluiting op MM50/
MM100)
TC...
Temperatuursensor cv-circuit 1 en 2 (Temperature
sensor Circuit ..., Aansluiting op MM50/MM100)
VC...
Menger cv-circuit 1 en 2 (Valve Circuit ..., aanslui-
ting op MM50/MM100)
Logamatic PM10 – 6 720 809 220 (2013/09)
4
In bedrijf nemen
Alle elektrische aansluitingen correct aansluiten en
pas daarna de inbedrijfstelling uitvoeren!
▶ Respecteer de installatiehandleidingen
van alle componenten en modules van de
installatie.
▶ Schakel de voedingsspanning alleen in,
wanneer alle modules zijn ingesteld.
OPMERKING: Na het inschakelen kunnen aan-
gesloten pompen meteen beginnen te draai-
en, zolang de regeling de module niet heeft
herkend.
▶ Vullen voor het inschakelen van de instal-
latie, zodat de pompen niet droog lopen.
Inbedrijfname van de installatie en de module
Bedrijfsmodi van de pomp zoals "constante
druk, Δp-c", "proportionele druk, Δp-v" of
"temperatuurafhankelijk, Δt" zijn niet toege-
staan ( Technische documenten van de
pompfabrikant).
1. Pomp op bedrijfsmodus "Constante karakteristiek "(bij-
voorbeeld Grundfos) of "Stellerbedrijf" (bijvoorbeeld Wilo)
instellen.
2. Schakel de voedingsspanning (230 V AC) voor de totale in-
stallatie in.
Wanneer de bedrijfsindicatie van de module permanent groen
brandt:
3. Neem de bedieningseenheid aan de hand van de
meegeleverde handleiding in bedrijf en stel deze overeen-
komstig in.
4. Module configureren ( overzicht van de menu's en instel-
lingen verwarming).
4.1
Overzicht van de menu's
De module wordt geconfigureerd en ingesteld via de aangeslo-
ten bedieningseenheid (RC300).
Servicemenu openen:
▶ Druk de menu-toets in, tot het servicemenu wordt getoond.
Servicemenu sluiten:
▶ Druk op de terug-toets, wanneer geen submenu is geopend
-of-
▶ Druk op de terug-toets, tot in het display de standaard-
weergave verschijnt.
In bedrijf nemen
4
17