Gegevens betreffende het product
2
2.3
Technische gegevens
Dit product voldoet qua constructie en werking
aan de Europese richtlijnen evenals aan de bijko-
mende nationale vereisten. De conformiteit
wordt aangetoond door het CE-kenmerk. U kunt
de conformiteitverklaring van het product vinden op het inter-
net bij www.buderus.de/konfo of deze opvragen bij uw filiaal
van Buderus.
Technische gegevens
Afmetingen (B × H × D)
•
Bij wandinstallatie
•
Bij inbouw in ketel
Maximale aderdiameter
•
Netspanningszijde
•
Laagspanningszijde
Nominale spanningen
•
BUS
•
Netspanning module
•
Bedieningseenheid
Zekering
BUS-interface
Opgenomen
vermogen – standby
SELV-aansluitingen
•
Uitgang U
•
Uitgang AS
Meetbereik
temperatuursensor
•
Onderste foutgrens
•
Weergavebereik
•
Bovenste foutgrens
Toegestane
omgevingstemperatuur
Beveiligingsklasse
•
Bij inbouw in
warmteproducent of
regeltoestel
•
Bij wandinstallatie
Tabel 2
Technische gegevens
14
•
127 × 140 × 41 mm (andere
maten afb. 2, pagina 42)
•
127 × 97 × 32 mm (andere
maten afb. 3, pagina 43)
2
•
2,5 mm
2
•
1,5 mm
•
15 V DC
(beveiligd tegen ompolen)
•
230 V AC, 50 Hz
•
15 V DC
(beveiligd tegen ompolen)
230 V, 5 AT
EMS
< 2 W
•
0 ... 10 V DC / max. 5 mA
•
max. 24 V DC / 0,1 mA tot
50 mA
•
< – 10 °C
•
0 ... 100 °C
•
> 125 °C
0 ... 50 °C
•
Wordt door de beveiligings-
klasse van de ketel of
regeltoestel bepaald
•
IP 40
Ω
°C
°C
20 12488 40
5331
25 10001 45
4372
30
8060
50
3605
35
6536
55
2989
Tabel 3
Meetwaarde aanvoertemperatuursensor
(meegeleverd)
2.4
Reiniging
▶ Indien nodig met een vochtige doek de behuizing schoon
wrijven. Gebruik daarbij geen scherpe of bijtende reini-
gingsmiddelen.
2.5
Aanvullende toebehoren
Exacte informatie over geschikte toebehoren is opgenomen in
de catalogus.
•
Pomp voor regeling van het ketelcircuitdebiet is afhankelijk
van het brandervermogen met:
– 0-10 V-ingang voor modulatie van de pomp
( voorbeelden voor geschikte pompen en pompkeuze)
– Aan/uit-aansluiting, die met het potentiaalvrije contact
van de module kan worden verbonden
– De aansluitklemmen U en AS op de PM10 zijn SELV-in-
gangen (veiligheidslaagspanning)
– Vermogen (toerental) van de pomp moet direct van de
spanning afhankelijk zijn
Bovendien voor Δ-T-regeling:
•
– Aanvoertemperatuursensor; aansluiting op aansluit-
klem FK (meegeleverd)
•
Configuratie van de PM10 via de bedieningseenheid
RC300
Voor de inbedrijfname van de pomp is een service-
tool van de pompfabrikant nodig. De pompfabri-
kant levert eventueel een inbedrijfnameservice
(op aanvraag bij de pompfabrikant).
Installatie van de aanvullende toebehoren
▶ Installeer de aanvullende toebehoren overeenkomstig de
wettelijke voorschriften en de meegeleverde handleidin-
gen.
2.5.1 Voorbeelden voor geschikte pompen
Voor de regeling van het ketelcircuitdebiet in combinatie met
de module adviseren wij de volgende pompen met de in deze
handleiding genoemde specificaties:
Logamatic PM10 – 6 720 809 220 (2013/09)
Ω
Ω
°C
°C
60
2490
80
65
2084
85
70
1753
90
75
1480
–
Ω
1256
1070
915
–