Datalogging
Zodra het stookproces begint, worden er meetwaarden gelogd. Het logproces
stopt, zodra de oven na het afkoelen een temperatuur van 100 °C heeft bereikt.
Op de USB-stick wordt het bestand „LOGnnn.CSV" aangemaakt. Het eerste
bestand dat wordt aangemaakt, krijgt de naam „LOG000.CSV". Bij de volgende
stookprocessen worden de bestanden „LOG001.CSV" tot „LOG999.CSV" aan-
gemaakt met een maximum van 1000 logbestanden.
In het ideale geval worden de logbestanden na een aantal stookprocessen op een
ander medium opgeslagen, omdat het ongeveer 1 seconde duurt om elk afzon-
derlijk bestand op de stick te indexeren. Daarna kan er pas een nieuw bestand
worden aangemaakt. Wanneer de USB-stick bijvoorbeeld de bestanden „LOG000.
CSV" tot en met „LOG100.CSV" bevat, dan kan pas na iets meer dan 100 seconden
het bestand „LOG101.CSV" worden aangemaakt en met het loggen van meet-
waarden worden begonnen.
De bestanden worden aangemaakt als CSV-bestand (comma-separated values)
en als ASCII-code en kunnen direct in Microsoft Excel-tabellen worden geïmporteerd.
Dataloginterval
De interval kan in de configuratiemodus van de regelaar met de parameter P50
worden ingesteld tussen 5 en 300 seconden (fabrieksinstelling: 60 seconden)
(zie pagina 19 Parameters configureren).
Logbestandformaat
Oven-
Jaar Maand Dag Uur Min. Sec.
temp.
2018
4
1
20
8
52
26,7
2018
4
1
20
9
7
26,7
2018
4
1
20
9
22
26,7
2018
4
1
20
9
37
26,7
2018
4
1
20
10
52
26,7
2018
4
1
20
10
7
26,7
2018
4
1
20
10
22
26,7
2018
4
1
20
10
37
26,7
2018
4
1
20
10
52
26,7
74
Ge-
Omgevings-
wenste
Prog. Seg.
Status
temp.
waarde
28
24
7
1
Opstookfase
28
24,2
7
1
Opstookfase
29,2
24
7
1
Opstookfase
29,2
24
7
1
Opstookfase
30,5
24
7
1
Opstookfase
30,5
24
7
1
Opstookfase
31,7
24
7
1
Opstookfase
31,7
24
7
1
Opstookfase
33
23,9
7
1
Opstookfase
13. Foutmeldingen
Als de ST 410 een probleem detecteert, reageert de alarmfunctie en verschijnt er
een foutmelding op het display. Op het display worden afwisselend de foutmelding
en de oventemperatuur weergegeven. Op het segmentdisplay verschijnt het
betreffende segmentnummer met de mogelijke oorzaak van de fout.
Druk op de toets
h
voor meer informatie over de fout. Wanneer u de eerste keer
op de toets drukt, verschijnt de maximale stooktemperatuur die tijdens het stook-
proces werd bereikt. Wanneer u de tweede keer op de toets drukt, verschijnt de
duur van de foutmelding. De alarmfunctie wordt gedempt.
Oven wordt niet of maar langzaam warm. Oven volgt niet de gewenste
E r r. 1
temperatuurstijging. De oven functioneert al 15 minuten op vollast,
maar de temperatuur is met niet meer dan 2 °C gestegen.
Mogelijke oorzaken: Ovendeur of ovendeksel niet volledig gesloten, defecte
deurschakelaar of deurschakelaar moet worden aangepast. Stroomkring van de
verwarmingselementen onderbroken of verwarmingselementen verouderd. Spanning
weggevallen of contactor defect.
Verwarmingselement of kabel onderbroken. Verwarmingselement of
E r r. 2
kabel controleren. Verwarmingselement indien nodig vervangen.
Verwarmingselement verkeerd aangesloten (oventemperatuur lijkt
E r r. 3
– 40 °C te zijn). Fout door verkeerde installatie. Aansluiting controleren.
E r r. 4
Oven koelt niet of maar langzaam af. De oven heeft al 30 minuten een
nullastvermogen, maar de temperatuur is met niet meer dan 1 °C
gedaald.
Mogelijke oorzaken: Contactor defect (contacten mogelijk dichtgelast), aan sluiting
verwarmingselementen onderbroken of hoge weerstand.
75