Buisleiding; Samenkoppelen Van Pomp En Motor; Spanning En Frequentie; Kabels - Xylem LOWARA TVS Série Instructions De Montage, De Service Et De Maintenance

Inbouw-, bedrijfs- en onderhoudshandleiding
volledig vrij in het water hangt en niet in zand of
modder op de putgrond gedompeld wordt.
Bij nauwe boorgaten is het raadzaam met een
nauwkeurige nabootsing van de pomp de diepte
van het boorgat te peilen om er zeker van te zijn
dat de pomp niet blijft steken resp. beschadigd
wordt.

4.3 Buisleiding

Het aggregaat moet vrij aan de drukleiding onder de
laagste bedrijfswaterstand
draagvermogen en de
buisleiding moeten zo worden vastgelegd dat het
gewicht van het aggregaat samen met de kabels, het
gewicht van de waterinhoud en de maximale
bedrijfsdruk met zekerheid
worden.
Let vooral bij het optillen van het aggregaat uit
de put/het boorgat op het gewicht van de
gevulde drukleiding!
Onderwatermotorpompen met schroefdraadverbinding
mogen bij het inschroeven van de buisleiding alleen bij
het bovenste drukhuis worden vastgehouden om een
verwringen en beschadigen van het pompelement te
vermijden. Om te verhinderen dat de pomp van de
buisleiding losraakt moet de schroefdraadverbinding
worden geborgd, bijv. met in de handel gebruikelijke
vloeibare schroefbeveiliging (Loctite, Omnifit of iets
dergl.). Hiermee wordt eveneens een eventuele
scheurcorrosie in
verhinderd.
Bij flensverbindingen moet erop worden gelet dat de
flenspakking er centrisch wordt ingelegd en het vrije
doorstromingsprofiel niet nauwer maakt. De randen
van de flens of de kabeluitsparingen afronden om
beschadigingen van de kabels te vermijden. De
flenskoppelingen moeten tegen losraken worden
geborgd.

4.4 Samenkoppelen van pomp en motor

(alleen bij aparte levering van pomp en motor)
Bescherm de
beschadigingen.

Eventueel aanwezige transportbeveiligingen bij
pomp of motor verwijderen.

Is de motor slechts voor één draairichting
geschikt, moet voor het in elkaar zetten de
overeenstemming van de draairichting met het
pompelement worden
kenmerken van de draairichting vindt bij de pomp
door een draairichtingspijl, bij de motor door een
kenletter in de type-aanduiding (R=draairichting
rechts, L=draairichting links tegen de wijzers van
de klok in, steeds gezien in de richting van de
motorstomp resp. de pompdrukaansluitstomp)
plaats, indien de
draairichting is toegelaten. Bij motoren voor beide
draairichtingen vallen deze kenmerken weg.
hangen.
drukweerstand van
opgenomen kunnen
de schroefdraadverbinding
motorkabel
gecontroleerd.
motor slechts voor

Aseinden resp. koppeling alsmede centreringen
controleren en, indien nodig, reinigen. Met
glijmiddel invetten.

Pompelement op de verticaal geplaatste motor
zetten
schuiven. Indien nodig, pompkoppeling een beetje
draaien, zodat de getande delen in elkaar passen.
Motoren
motorstomp met afstelveer.

Zuighuis van de pomp met de vier schroeven of
moeren vastdraaien en tegen losraken borgen (zie
hoofdstuk "Aanhaalmoment").
Het

Controleren of het steunvlak van het pomphuis na
de
het vastschroeven nauwsluitend op de motorflens
ligt.

Controleren of de pompas resp. -koppeling axiaal
spelingsvrij nauwsluitend op de motoras staat:
pompas en koppeling axiaal in de richting van de
pomp optillen en kijken of de as weer in de
uitgangspositie terugzakt.

Indien aanwezig, radiale borgschroeven op de
koppeling vastdraaien en borgen.

Controleren of de as zich gelijkmatig laat
doordraaien.

Zuigzeef
kabelbeschermplaat monteren.
Bij compleet gemonteerd geleverde aggregaten wordt
aangeraden vóór het inbouwen de zuigzeef eraf te
nehmen en te controleren of de as zich gelijkmatig laat
doordraaien.
transportbeveiligingen tevoren verwijderen.
Aanhaalmoment
Maat
½-20UNF-2B
M12
M16
M20

4.5 Spanning en frequentie

Netspanning en frequentie moeten met de op het
vermogensplaatje
tegen
vergeleken; zij moeten met elkaar overeenstemmen.

4.6 Kabels

Voor het inbouwen de gehele lengte van de kabel
alsmede
beschadigingen onderzoeken. Defecte stukken met
krimpslangen
Het
vervolgens de isolatieweerstand controleren.
Is een verlenging van de kabels noodzakelijk,
moet deze in de buurt van de put in ieder geval
waterdicht met behulp van krimpslangen of
gietharsmoffen
verbindingen zijn in de put alleen boven de
één
hoogste waterstand toegestaan resp. zo veel
mogelijk te vermijden.
Blz. 54
Bouwserie TVS
en tandkoppeling over
vanaf 10" hebben
en kabels
Eventueel
Aanhaalmoment in Nm
(Droge schroefdraad)
aangegeven
de kabelaansluitingen
of gietharsmoffen
worden uitgevoerd.
getande as
een gladde
samen met
aanwezige
60
60
150
200
waarden worden
op eventuele
repareren en
Andere