Veiligheidsinstructies voor het rijden
• G ebruik de ruitenwisser van de achterruit niet. (32)
• R ijsnelheid: Neem altijd de maximale snelheid in acht die is toegestaan door de verkeerswet.
Onafhankelijk ervan raden wij tijdens het transport van fietsen met deze fietsdrager voor de
achterklep aan, een maximale snelheid van 120 km/u niet te overschrijden!
• H et waren dringend aan de snelheid, in het bijzonder in bochten, te verlagen en de veiligheids-
afstand te vergroten.
• D e bevestiging van het draagsysteem moet regelmatig worden gecontroleerd door de bestuur-
der.
• L et op: volgens § 22 van de StVZO is de bestuurder verantwoordelijk voor de zekering van de
lading.
• D enk er altijd de geldige wetgeving in het land van bestemming in acht moet nemen.
• H oud rekening met het door het draagsysteem en de lading veroorzaakte, veranderde rij- en
remgedrag door de snelheid aan te passen.
• Z ijwind: Reduceer uw snelheid in geval van zijwind!
• R emmen, versnellen, bochten nemen: Vermijd plotseling remmen en versnellen! Vermijd plotse-
linge stuurbewegingen!
• H oud tijdens de rit en tijdens het achteruit rijden en manoeuvreren rekening met de afmetingen
van de fietsen naar de zijkant, achterkant en naar boven toe. (33)
• R ijd niet op onverharde wegen met een fietsdrager.
LET OP tijdens het voorbij rijden aan stoepranden en hobbels, vooral bij drempels.
• A chteruit rijden en achteruit parkeren: Houd bij het achteruit rijden en bij het achteruit parkeren
met de totale lengte van het voertuig met gemonteerde fietsdrager voor de achterklep!
• V isuele beperking naar achteren: Bij een visuele beperking naar achteren moet u geschikte
achteruitkijkspiegels (bijv. een rechter buitenspiegel of een achteruitkijkspiegel voor aanhan-
gers) monteren.
• A ls een aanhangwagen en een fietsdrager tegelijkertijd worden gebruikt, moet u controleren of
er voldoende plaats is om te manoeuvreren aan de zijkanten.
• C ontroleer de fietsdrager voor de achterklep: Controleer de bevestigingsbanden en riemen
voor de montage; beschadigde banden en riemen moeten onmiddellijk worden vervangen.
Controleer na de eerste montage alle aansluitingen op de fietsdrager voor de achterklep
(schroeven, riemen, moeren) evenals de bevestiging van de lading nadat u een stukje bent ge-
reden. Daarna moet u in regelmatige afstanden deze verbindingen opnieuw controleren (30) (in
geval van een slecht wegdek vaker dan normaal)!
Controleer na elk gebruik of het product onbeschadigd is.
• V oor reizen naar Italië en Spanje: De fietsdrager voor de achterklep steekt uit buiten de in de
kentekenregistratie vermelde afmetingen. Monteer de voor het betreffende land voorschreven
waarschuwingsborden!
Veiligheidsinstructies voor de fietsen
• Er mogen geen tandems worden vervoerd op de fietsdrager.
• Fietsonderdelen fixeren: Controleer de onderdelen van de te transporteren fietsen op een
goede zit en zorg ervoor dat u tijdens het rijden geen fietsonderdelen (zijstandaard, bel, zadel)
verliest! Fietsaccessoires zoals kinderzitjes, fietspompen, mandjes en bagagedragers mogen
tijdens het transport niet gemonteerd zijn op de fiets! (32)
• Let op: Let er bij het plaatsen van de fietsen op dat ze niet meer dan 40 cm buiten de contou-
ren van het voertuig uitsteken! (31)
• LET OP bij het openen van de kofferbak: De rubberen pads P (2) (zie pagina 39) kunnen deu-
ken veroorzaken in de carrosserie in de buurt van de scharnieren.
• Let op: Als u de fietsdrager voor de achterklep monteert op de auto, moet u de motor afzetten,
de contactschakelaar uitgeschakeld en de handrem aangetrokken zijn!
• Let op: Dek de fietsen niet af met doeken tijdens het rijden.
• Let op: De lading moet correct verdeeld worden op de achterste fietsdrager. Let er bij het
plaatsen van de fietsen op, dat de zwaardere fiets op de binnenste goot moet worden ge-
plaatst. Het zwaartepunt van de lading moet zich zo diep en zo dicht mogelijk bij het voertuig
bevinden.
10444_Betriebsanleitung.indd 33
33
NL
21.02.19 17:20