IMG STAGELINE TXS-900 Mode D'emploi page 27

Masquer les pouces Voir aussi pour TXS-900:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 14
2) Houd de toets SET ca. 1 seconde lang inge-
drukt, tot de kanaalweergave (E) en de frequen-
tieweergave (G) knipperen. De groepinstel -
modus is geactiveerd, wat wordt aangegeven
door het knipperen van de betreffende indicatie
"P1" ... "P4" (B). Selecteer de groep met de
toets
of
.
Druk daarnaast op de toets SET om naar de
kanaalinstelmodus te wisselen. In de kanaalin-
stelmodus knippert het respectieve kanaalnum-
mer "1" ... "8" (C). Selecteer met de toets
het kanaal binnen de geselecteerde groep.
Opmerking: Als in de groepinstelmodus niet op een
toets wordt gedrukt, wisselt de ontvanger na enkele
seconden naar de kanaalinstelmodus. Deze wordt ver-
laten als er enkele seconden lang niet op een toets
wordt gedrukt.
3) De kanaalinstelmodus wordt automatisch verla-
ten als er enkele seconden lang niet meer op
een toets wordt gedrukt, maar kan ook door
drukken op de toets SET worden beëindigd.
8 Radiobereik opbouwen
1) Stel het transmissiekanaal op de ontvanger in
(
hoofdstuk 7) en laat de bijbehorende zen-
der daarbij nog uitgeschakeld: Als de balkweer-
gave RF (H) bij uitgeschakelde zender een sig-
naal op het display aangeeft, dan worden
storingen of signalen van een ander radiosys-
teem ontvangen. Stel in dit geval een ander
transmissiekanaal in.
2) Ontvanger en zender moeten op hetzelfde
transmissiekanaal ingesteld zijn. Voor het syn-
chroniseren van ontvanger en zender houdt
u op de zender eerst de blauwe synchronisatie-
toets ingedrukt, zodat de indicatie "SYNC" (D)
op het display van de ontvanger knippert. Ter-
wijl u de synchronisatietoets op de zender inge-
drukt blijft houden, drukt u vervolgens kort op de
toets SYNC (3) op de ontvanger: De zender is
daarmee ingesteld op het transmissiekanaal
van de ontvanger. Tijdens de synchronisatie
mogen ontvanger en zender niet verder dan
1 meter van elkaar verwijder zijn.
3) Als ontvanger en zender op hetzelfde transmis-
siekanaal ingesteld zijn, geeft de balkweergave
RF op het display de ontvangststerkte van het
radiosignaal aan.
Stap met de zender het gebied af waar hij
gebruikt moet worden. Als er geen ontvangst
wordt aangegeven of de ontvangst is slecht,
controleer dan het volgende:
a) Zijn de batterijen van de zender leeg?
b) Wordt de ontvangst gestoord door metalen
voorwerpen of andere hogefrequentiebron-
nen?
c) Kunt u de ontvangst door draaien van de ont-
vangstantennes verbeteren?
d) Is de afstand tussen zender en ontvanger te
groot? De reikwijdte is afhankelijk van de
situatie ter plaatse (in open terrein tot ca.
100 m). Zorg dat er zich op de transmissielijn
zo min mogelijk hindernissen bevinden.
of
e) Is de ruisonderdrukking te hoog ingesteld
(
hoofdstuk 8.1)?
4) Schakel het volgende audioapparaat in of schuif
de bijbehorende mengpaneelregelaar open en
spreek/zing u in de microfoon van de zender.
Het volumeniveau van de zender wordt op
de ontvanger via de balkweergave AF (I) weer-
gegeven. Voor de zakzender kunt u het niveau
via de GAIN-schakelaar ervan corrigeren
(
gebruiksaanwijzing TXS-900HSE).
Stel met de volumeregelaar (6) het uitgangs-
niveau van de ontvanger in.
8.1 Ruisonderdrukking (squelch)
U kunt de drempelwaarde voor de ruisonderdruk-
king instellen via de regelaar SQ (10). De ruison-
derdrukking zorgt voor een volledige demping van
de ontvanger, als het niveau van het ontvangen
radiosignaal onder de ingestelde drempelwaarde
zakt. Zo voorkomt u dat stoorsignalen de ruis op de
ontvanger versterken, als de zender uitgeschakeld
is of het radiosignaal ervan te zwak is: Als de
niveaus van de stoorsignalen onder de drempel-
waarde liggen, wordt de ontvanger volledig ge -
dempt.
Stel de drempelwaarde met de regelaar SQ zo
in dat er bij uitgeschakelde zender geen ruisver-
sterking op de ontvanger optreedt. Hoe verder de
regelaar naar rechts wordt gedraaid, hoe hoger de
drempelwaarde. Een hogere drempelwaarde biedt
grotere ruisongevoeligheid, maar reduceert ook
het transmissiebereik van het radiosysteem. De
radiosignaalsterkte van de zender moet bij het
gebruik immers voldoende hoog zijn, zodat de ont-
vanger niet gedempt wordt. Zo kan bij goede ont-
vangst een hogere drempelwaarde ingesteld wor-
den, bij grotere afstand tussen zender en
ontvanger daarentegen moet een lagere waarde
geselecteerd worden.
NL
B
27

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

25.5230

Table des Matières