4. Veiligheidsinstructies
4.1. Veilige werking
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (inclu-
sief kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of intel-
lectuele vermogens en/of onvoldoende ervaring en/of kennis,
tenzij dit gebeurt onder toezicht van een voor hun veiligheid
verantwoordelijke persoon of de personen zijn geïnstrueerd
in het juiste gebruik van het apparaat. Kinderen moeten on-
der toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het ap-
paraat spelen.
GEVAAR!
Verstikkingsgevaar!
Verpakkingsfolie kan worden ingeslikt of verkeerd wor-
den gebruikt. Hierdoor bestaat gevaar voor verstikking!
Houd het verpakkingsmateriaal, zoals folie of plastic
zakken, uit de buurt van kinderen.
4.2. Plaats van opstelling
• Houd het apparaat en alle aangesloten onderdelen uit de bu-
urt van vocht en vermijd stof, hitte, direct zonlicht en open
vuur (kaarsen en dergelijke). Als deze instructies worden ge-
negeerd, kan dit tot storingen of beschadiging van het ap-
paraat leiden.
• Gebruik het apparaat niet in de buitenlucht. Het kan door inv-
loeden van buitenaf, zoals regen, sneeuw etc. beschadigd ra-
ken.
• Bescherm het apparaat en de netadapter tegen druppels en
spatwater en zet geen met vloeistof gevulde voorwerpen, zo-
als vazen, op of naast het apparaat of de netadapter. De com-
binatie van vloeistof en elektriciteit kan gevaarlijk zijn.
• De sleuven en openingen van het apparaat dienen voor de
ventilatie. Dek deze openingen niet af (oververhitting, brand-
gevaar)!
NL
FR
DE
PT
7