de schaalring [12.6] een verdeling van 0,1 mm.
Wordt de stelknop vastgehouden, dan kan er
alleen aan de schaalring worden gedraaid om
hem op „nul" te zetten. Bij grotere veranderin-
gen komt de millimeterschaalverdeling [12.3]
op het basisdeel van pas.
Sluit de draaiknop [12.7] weer na het fi jninstel-
len.
Stel de beide geleidingsklemmen [13.3] zo in,
dat de afstand tot de freesmachine ca. 5 mm
bedraagt. Hiervoor dienen de schroeven [13.2]
te worden losgedraaid en na het instellen weer
te worden aangehaald.
Alleen wanneer u langs de rand freest: schuif
de afzuigkap [13.1] van achteren op de zijaan-
slag tot hij inklikt, en sluit een afzuigslang met
een diameter van 27 mm of 36 mm aan op de
afzuigaansluiting [13.4]. Anders laat u de afzui-
ging over aan de afzuigaansluiting van de ma-
chine.
b) Kopieerfrezen
Voor freeswerkzaamheden met sjablonen ge-
bruikt men de bovenfrees met ingebouwde kopi-
eerring (accessoires).
De kopieerringen kunnen met de standaard
beschikbare loopzool worden gebruikt. Ter
verbetering van de ondersteuning is als ac-
cessoire een speciale loopzool verkrijgbaar.
VOORZICHTIG
Door te groot freesgereedschap wordt de ko-
pieerring beschadigd, hetgeen kan leiden tot
ongevallen.
Let erop dat het gebruikte freesgereedschap
door de opening van de kopieerring past.
Handelwijze
Leg de machine met de zijkant op een stabiele
ondergrond.
Open de hendel [14.4].
Neem de loopzool [14.1] af.
Laat de hendel [14.4] weer los.
Leg een kopieerring [14.3] in de juiste positie in
de freestafel.
Leg een loopzool met de las [14.2] in de freesta-
fel.
Druk de loopzool in de freestafel tot hij inklikt.
De mate waarin het werkstuk ten opzichte van
het sjabloon uitsteekt Y [Afbeelding 15] wordt als
volgt berekend:
Y = ½ (Ø kopieerring - Ø freesmachine)
c)
Bewerking van de randen
Voor het bewerken van randen wordt freesge-
reedschap met aanloopkogellager in de machine
ingebracht. Hierbij wordt de machine zo geleid
dat de aanloopkogellager op het werkstuk afrolt.
Maak bij de bewerking van randen altijd gebruik
van de spaanvanger KSF-OF, om de afzuiging te
verbeteren.
d) Frezen met geleidesysteem FS
Met behulp van het geleidesysteem (ten dele ac-
cessoires) kunnen gemakkelijker rechte groeven
gefreesd.
Bevestig de geleiderail met schroefklemmen
[16.4] aan het werkstuk.
Breng de loopzool [16.3] voor de geleideaan-
slag in de freestafel van de bovenfrees in (zie
„Loopzool verwisselen").
Deze loopzool beschikt over een diameter-
sprong die de hoogte van de geleiderail com-
penseert.
Klem de beide geleidingsstangen [16.6] met be-
hulp van de twee draaiknoppen [16.5] en [16.9]
aan de geleideaanslag vast.
Open de draaiknop [16.1].
Leid de geleidingsstangen [16.6] in de groeven
van de freestafel.
Plaats de bovenfrees met de geleideaanslag op
de geleiderail.
Zo nodig kunt u met een schroevendraaier bij
de beide geleidebekken [16.2] de speling van de
geleideaanslag op de geleiderail instellen.
Schuif de bovenfrees langs de geleidingsstan-
gen totdat de gewenste afstand X van het frees-
gereedschap ten opzichte van de geleiderail is
bereikt.
Sluit de draaiknop [16.1].
Open de draaiknop [16.10].
Stel de afstand X exact in door aan de stelknop
[16.7] te draaien.
Wanneer u de stelknop [16.7] vasthoudt, kunt
u de schaal [16.8] alleen op „Nul" draaien.
Sluit de draaiknop [16.10].
8.2 Loopzolen verwisselen
Festool biedt speciale loopzolen (accessoires)
voor uiteenlopende toepassingen.
47