Door de koppeling van diepteaanslag en stap-
penaanslag is het mogelijk de freesdiepte in
beide richtingen in te stellen.
Sluit de draaiknop [9.1].
Open de excenter [9.4] (tegen de wijzers van de
klok in draaien).
Voer eventueel meer freesbewerkingen bij wijze
van test en meer instellingen uit.
7.7 Afzuiging
VOORZICHTIG
Het inademen van stof kan schade toebrengen
aan de luchtwegen.
Sluit de machine altijd aan op een afzuiging.
Werk alleen met een goed functionerende be-
schermkap tegen spanen [10.2].
Draag bij werkzaamheden waarbij stof vrij-
komt een zuurstofmasker.
Op de afzuigaansluiting [10.4] kan een Festool-
afzuigapparaat voorzien van een afzuigslang met
een diameter van 36 mm of 27 mm (36 mm aan-
bevolen wegens een geringer risico van verstop-
ping) worden aangesloten.
De afzuigaansluiting [10.4] kan binnen een be-
paald bereik [10.3] worden gedraaid. In het ove-
rige bereik kan de afzuigaansluiting niet zover
over de afzuigpijp worden geschoven dat hij goed
vastzit.
Beschermkap tegen spanen
De beschermkap tegen spanen [10.2] kan in een
hogere stand worden vergrendeld, bijv. voor de
freeswissel. Schuif de beschermkap hiervoor
naar boven tot hij vergrendelt, of druk de machine
tot de aanslag naar beneden.
Om het effect van de afzuiging te verbeteren, ra-
den wij aan de beschermkap tegen spanen tijdens
de werkzaamheden neer te laten. Druk hiervoor
op de hendel [10.1] in de richting van de hand-
greep.
Spaanvanger KSF-OF
Dankzij de spaanvanger KSF-OF [11.1] kan er
bij het kantfrezen effectiever worden afgezogen.
De maximaal mogelijke freesdiameter bedraagt
78 mm.
De montage gebeurt op dezelfde wijze als bij de
kopieerring (kopieerfrezen).
De kap kan met een beugelzaag langs de groeven
[11.2] worden afgesneden en hierdoor worden
verkleind. De spaanvanger kan bij binnenradii
46
met een minimale radius van 52 mm worden ge-
bruikt.
8
Gebruik
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen - neem de volgende
aanwijzingen in acht:
Bevestig het werkstuk altijd zo, dat het tijdens
de bewerking niet kan bewegen.
Houd de machine altijd met beide handen vast
aan de daarvoor bestemde handgrepen [2.4].
Schakel altijd eerst de bovenfrees in voordat u
met de freesmachine het werkstuk raakt!
Zie er op toe dat de spanhendel [1.6] gesloten
en de excenter [1.7] geopend is voor aanvang
van de werkzaamheden.
Werk steeds zo dat de snijkracht van het ge-
reedschap tegen de aanvoerrichting van de
machine ingaat (tegenloopfrezen).
Handelwijze
Stel de gewenste freesdiepte in.
Schakel de machine in.
Open de draaiknop [1.3].
Draai de machine tot de aanslag naar bene-
den.
Klem de machine in deze stand vast door de
draaiknop [1.3] te sluiten.
Voer de freeswerkzaamheden uit.
Open de draaiknop [1.3].
Bewegen de machine langzaam tot de aanslag
naar boven (uitvallen).
Schakel de machine uit.
8.1 Manieren om de machine te geleiden
a) Frezen met zijaanslag
De zijaanslag (ten dele accessoires) wordt voor
freeswerkzaamheden parallel met de rand van
het werkstuk ingezet.
Klem de beide geleidingsstangen [12.4] met be-
hulp van de twee draaiknoppen [12.2] vast aan
de zijaanslag.
Leid de geleidingsstangen tot de gewenste
diepte in de groeven van de freestafel en klem
de geleidingsstangen met behulp van de draai-
knop [12.1] vast.
Fijninstelling
Open de draaiknop [12.7] om met behulp van de
stelknop [12.5] fi jn in te stellen. Hiervoor heeft