Chicco SKIP Mode D'emploi page 26

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 10
gebruikt, terwijl je rent of (rol)schaatst.
• Voorkom dat de wandelwagen in aanraking
komt met zout water, om roest te voorko-
men.
• Gebruik de wandelwagen niet op het
strand.
• LET OP: dit product mag uitsluitend door
een volwassene worden gebruikt.
REINIGINGS- EN ONDERHOUDSTIPS
Dit artikel heeft geregeld onderhoud nodig. Reiniging en onderhoud
mogen alleen door een volwassene worden gedaan.
REINIGEN
De stof van de wandelwagen kan niet verwijderd worden. Reinig de stof-
fen delen met een vochtig doekje en neutrale zeep en raadpleeg het
etiket voor de samenstelling van het product. Vervolgens worden de
wassymbolen met hun betekenis weergegeven:
Met koud water met de hand wassen
Niet bleken
Niet in de droogtrommel drogen
Niet strijken
Niet chemisch laten reinigen
Reinig de kunststof delen regelmatig met een vochtige doek. Na eventu-
ele aanraking met water moeten de metalen delen afgedroogd worden
om roestvorming te voorkomen.
ONDERHOUD
Smeer de bewegende delen indien nodig met droge siliconenolie. Con-
troleer periodiek de slijtagestaat van de wielen en houd ze vrij van stof
en zand. Verzeker je ervan dat de kunststof delen, die over de metalen
buizen lopen, vrij zijn van stof, vuil en zand om wrijving te voorkomen,
wat de goede werking van de wandelwagen kan schaden. Berg de wan-
delwagen op een droge plaats op.
ALGEMENE INSTRUCTIES
DE VOORWIELEN MONTEREN
1. Breng het voorwiel aan door het op de speciale pin te steken tot je
een klik hoort ten teken dat het vastzit (fig. 1). Herhaal deze handeling
bij het andere wiel.
LET OP: verzeker je er voor het gebruik van dat de wielen goed zijn vast-
gezet.
DE ACHTERWIELEN MONTEREN
2. Vergrendel het achterwiel door het in de stang achteraan te steken,
tot je de vergrendelklik hoort (fig. 2A). Om je ervan te verzekeren dat
het goed bevestigd is, controleer je of het metalen pinnetje uit de hier-
voor bestemde gaten steekt (fig. 2B). Herhaal deze handeling bij de an-
dere wielvergrendeling. LET OP: verzeker je ervan dat de wielvergrende-
ling is geactiveerd, door de rem aan de buitenkant te houden.
Steek het stoffen lipje, dat zich in het midden van de wielgroep bevindt,
in het speciale metalen slobgat (fig. 2C) om de montage te voltooien.
LET OP: verzeker je er voor het gebruik van dat de wielen goed bevestigd
zijn.
OPENEN
LET OP: let er bij deze handeling op dat het kind en eventuele andere
kinderen zich op een veilige afstand bevinden. Verzeker je er tijdens deze
fase van dat de bewegende delen van de wandelwagen niet in aanraking
komen met het lichaam van het kind.
3. Open de sluithaak (fig. 3A), pak de wandelwagen aan de handgreep
vast (fig. 3B) en til hem op, waardoor hij opengeplooid kan worden (fig.
3C). Duw hem vooruit tot je de bevestigingsklik hoort (Fig. 3D).
4. Duw de achterste kruiskoppeling met de voet omlaag (fig. 4). Ver-
zeker je ervan dat de wandelwagen goed geopend is en correct is ver-
grendeld.
LET OP: verzeker je er voor het gebruik van, dat de wandelwagen op de
open stand vergrendeld is en controleer of de achterste kruiskoppeling
inderdaad vergrendeld is.
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
De wandelwagen is uitgerust met een veiligheidssysteem met vijf
verankeringspunten bestaande uit twee schouderbanden, twee afstel-
knoopsgaten, een buikgordel en een tussenbeenstuk met gesp.
5. Stel de hoogte van de schoudergordels af (fig. 5A). Na het kind in de
wandelwagen te hebben gezet, doe je de gordels om, door de schou-
dergordels aan de vorkjes te bevestigen (Fig. 5B) en ze vervolgens in de
gesp van het tussenbeenstuk te steken (Fig. 5C). Stel de lengte van de
gordels af door ze op de schouders en het lichaam van het kind aan te
laten sluiten. Druk op de zijvorken en trek eraan, om de buikgordel los
te maken (Fig. 5D).
LET OP: om de veiligheid van je kind te garanderen, dienen de veilig-
heidsgordels altijd te worden gebruikt.
6. Voor meer veiligheid is de wandelwagen uitgerust met D-vormige
ringen om een extra veiligheidsgordel vast te kunnen maken volgens de
voorschriften BS 6684. De ringen bevinden zich rechts en links aan de
buitenkant van de zitting van de kinderwagen, zoals in figuur 6 wordt
getoond.
DE RUGLEUNING AFSTELLEN
De rugleuning kan op oneindig veel standen worden afgesteld.
7. Om de rugleuning neer te laten, trek je de hendel aan de achterkant
van de rugleuning (Fig. 7A) naar je toe en laat je de rugleuning tegelijk
zakken (Fig. 7B). Laat hem op de gewenste stand los.
8. Om de rugleuning omhoog te halen, trek je het koordje omhoog en
laat je het los als de rugleuning zich op de gewenste stand bevindt (Fig.
8).
LET OP: met het gewicht van het kind kunnen deze handelingen moei-
lijker zijn.
ACHTERSTE REMMEN
De achterwielen zijn uitgerust met samenwerkende remmen, waardoor
met één enkel pedaal tegelijkertijd op beide achterwielgroepen wordt
geremd.
9. Om de wandelwagen te remmen, duw je één van de twee hendels in
het midden van de achterste wielgroepen naar beneden, zoals wordt
getoond in afbeelding 9.
10. Om het remsysteem te deblokkeren, duw je één van de twee hendels
in het midden van de achterste wielgroepen naar boven, zoals wordt
getoond in afbeelding 10.
LET OP: gebruik altijd de rem als je stopt. Laat de wandelwagen nooit
met het kind erin op een helling staan, ook al zijn de remmen geacti-
veerd.
LET OP: na de remhendel te hebben aangetrokken, verzeker je je ervan
dat de remmen goed op beide achterwielgroepen geplaatst zijn.
ZWENKENDE VOORWIELEN
De wandelwagen is uitgerust met zwenkende/vaste voorwielen. Aan-
geraden wordt de vaste wielen op bijzonder onregelmatig terrein te
gebruiken. De wielen op de zwenkstand gebruiken, wordt daarentegen
aangeraden om de manoeuvreerbaarheid van de wandelwagen op nor-
male wegen te verhogen.
11. Om de voorwielen zwenkend te maken, duw je de hendel aan de
voorkant omlaag, zoals wordt getoond in figuur 11. Om de voorwielen
op de vaste stand te zetten, zet je ze op één lijn met de achterwielen en
haal je de hendel omhoog.
LET OP: beide wielen moeten altijd tegelijkertijd worden vergrendeld of
ontgrendeld.
KAP
12. Om de kap te bevestigen, maak je de plastic clip op de speciale plaat-
26
sen
LET
bev
13.
vas
zoa
LET
sch
DIC
LET
kin
fas
kom
con
14.
ren
zoa
15.
het
uit
de
de
teg
15
16.
ter
dat
bui
AC
LET
kel
bet
uit
MU
17.
nie
de
RE
De
18.
de
18.
luc
LET
LET
wa
reg
voo
ten
VO
De
een
19.
sta
figu
20
ling
lee
Bel
heb
Som
afh
VO
Pha
185
Tel
ww

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières