Bewaar het apparaat en de
gebruikte olie op een droge plek
buiten het bereik van kinderen .
Gooi de gebruikte olie
en met olie besmeurde
schoonmaakdoeken op de juiste
wijze (zie "Afvoer") . Laat om
het milieu te beschermen geen
olie in de bodem of het riool
terechtkomen .
Gebruik het apparaat nooit als
het beschadigd is! Koppel het
apparaat los van het voertuig
en neem contact op met de
verkoper als het beschadigd is .
Gebruik nooit accessoires
die niet door de fabrikant
worden aanbevolen . Deze
kunnen gevaarlijk zijn voor
de gebruiker en kunnen het
apparaat beschadigen . Gebruik
alleen originele onderdelen en
accessoires .
Dit product is geclassificeerd als
IPX4 en is beschermd tegen van
alle kanten opspattend water .
Niet in water onderdompelen .
44 NL/BE
mVOORZICHTIG! Dompel de
elektrische onderdelen van het
apparaat niet onder in water of
andere vloeistoffen . Houd het
apparaat nooit onder stromend
water .
Laat om schade te
voorkomen het apparaat
minstens 10 minuten
afkoelen iedere keer
nadat het apparaat voor
30 minuten continu is
gebruikt.
Van start gaan
Bevestigen van de slangen
1 . Verwijder de beschermende afdekkingen 7
(afb . A) .
2 . Trek de zuig- 9 en de afvoerslang 11 recht .
3 . Plaats de slangklem 10 op het einde van
de aanzuigslang (Ø 6 mm) 9 . Maak het
einde van de aanzuigslang vast aan de
aanzuigslangaansluiting 8 .
4 . Plaats de slangklem 10 op het einde van
de afvoerslang (Ø 12 mm) 11 . Maak
het einde van de afvoerslang vast aan de
afvoerslangaansluiting 6 .
5 . Sluit beide slangklemmen 10 . Zorg ervoor dat
de slangklemmen de slang stevig vastklemmen .
6 . Controleer de op het apparaat aangegeven
pomprichting
m
Zorg ervoor dat de slangen 9 , 11
recht zijn gelegd op schade te
vermijden.
.