De batterijen in de
afstandsbediening plaatsen
3
1
■ Opmerking over batterijen
• Vervang beide batterijen wanneer het bereik van de
afstandsbediening kleiner wordt.
• Gebruik hiervoor AAA-, R03-, UM-4-batterijen.
• Houd rekening met de polariteit. Raadpleeg hiervoor de
afbeelding in het batterijvak.
• Verwijder de batterijen als u de afstandsbediening langere
tijd niet zult gebruiken.
• Combineer geen oude batterijen met nieuwe batterijen.
• Combineer geen verschillende types batterijen
(bv. alkalinebatterijen en mangaanbatterijen). Lees de
verpakking zorgvuldig; deze verschillende types batterijen
kunnen namelijk dezelfde vorm en kleur hebben.
• Als de batterijen lekken, moet u deze onmiddellijk weggooien.
Zorg ervoor dat u de gelekte vloeistof niet aanraakt en dat deze
niet in contact komt met kledij enz. Reinig het batterijvak
zorgvuldig voor u nieuwe batterijen installeert.
• Gooi batterijen niet bij het huishoudelijke afval; verwijder deze
correct in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving.
2
De afstandsbediening gebruiken
De afstandsbediening verzendt een gerichte
infraroodstraal. Richt de afstandsbediening rechtstreeks
op de afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van het
toestel tijdens de bediening.
Binnen 6 m
30˚
Opmerkingen
• De zone tussen de afstandsbediening en het
van grote obstakels zijn.
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen op plaatsen waar
de volgende omstandigheden gelden:
– hoge luchtvochtigheid, zoals in de buurt van een bad
– hoge temperatuur, zoals in de buurt van een
verwarmingstoestel of kachel
– extreem lage temperaturen
– plaatsen met veel stof
• Stel de afstandsbedieningssensor niet bloot aan felle
lichtbronnen, in het bijzonder fluorescentielampen met
omzetter; doet u dit wel, dan is het mogelijk dat de
afstandsbediening niet goed werkt. Plaats indien nodig
het toestel uit de buurt van felle lichtbronnen.
AFSTANDSBEDIENING
30˚
toestel
moet vrij
5
Nl