12. Onderhoud en reiniging
Controleer regelmatig de technische veiligheid van uw systeem, bijv. op be-
schadiging van de aansluitleidingen en de behuizing. Voer regelmatig (1 tot 2
keer per maand) een systeemtest uit om de werking van het alarmsysteem te
garanderen.
Om te reinigen moet een schone, zachte en droge doek worden gebruikt.
Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen, hierdoor kan de behuizing ver-
kleuren.
Schakel de alarminstallatie spanningsvrij voor de reiniging.
13. Afvalverwijdering
Elektrische en elektronische apparaten behoren niet bij het huisvuil.
Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur volgens de
geldende wettelijke bepalingen.
97