werd ontworpen voor het ophangen van
een takel of de verplaatsing van een lier
over een loopligger met een I- of H-profiel.
De translatiebeweging wordt verzorgd door
vier looprollen, gemonteerd op kogellagers.
2) Principes van de subgehelen
Zie pagina 2 en 33.
3) Kenplaat
De corso kranen mogen uitsluitend gebruikt
worden met een maximale belasting
die gelijk is aan de nominale belasting
die aangegeven staat op de kenplaat.
De levensduur van de corso kraan is
afhankelijk van het regelmatig onderhoud
dat uitgevoerd dient te worden volgens de
voorschriften en aanbevelingen beschreven
in deze handleiding.
1
8
3
4
merkt. 1: omschrijving van de wagen
merkt. 2: model wagen
- GCP: verplaatsing door duwen
- GCG: verplaatsing door ketting
merkt. 3: serienummer
merkt. 4: adres en gegevens van de fabrikant
TRACTEL SAS France
RD619 Saint-Hilaire-
sous-Romilly
BP38 - F-10102 FRANCE
merkt. 5: Maximale gebruikslast (MGL) in t
merkt. 6: EG-markering
merkt. 7: jaar van fabricatie
merkt. 8: symbool dat aangeeft dat het
lezen
van
verplicht is voordat de truck mag
worden gebruikt
4) Veiligheidsinrichtingen
De corso kranen zijn uitgerust met:
• Twee
drukschroeven
onbuigzaamheid garanderen tussen de
zijplaten en getapte dwarsligger voor de
ophanging en voor de afstelling (≤ 5 t).
5
6
2
7
deze
handleiding
die
de
9
• Vier aanslagen uit gebogen staalplaat,
dienst doende als anti-derailleur.
• Anti-kantelinrichtingen werden gelast op
de binnenkant van de zijplaten.
• Vier looprollen uitgerust met kogellagers.
V - ONDERHOUD- EN
CONTROLEWERKZAAMHEDEN
De gangbare controle op de corso kraan
bestaat uit het controleren van de goede
staat, de reiniging en de periodieke controle
(minstens eenmaal per jaar) door een door
TRACTEL
erkend controleur.
®
Elke verslechtering van de kraan, in het
bijzonder wat betreft van de looprollen
en de zijplaten, moet onderwerp uitmaken
van een herstelling door erkend reparateur
voordat men het toestel opnieuw gebruikt.
Het is tevens noodzakelijk regelmatig de
status van het rolijzer te controleren en
te reinigen indien nodig om de ophoping
van vet of stof te vermijden om een goede
verplaatsing van de kraan te garanderen.
VI - ANOMALIEËN TIJDENS HET
GEBRUIK
Als de translatiebeweging een moeilijk
doorgangspunt
of
blokkering op het rolijzer vertoont, dan dient
men te controleren:
• Op de afwezigheid van obstakels op het
rolijzer.
• Of de rollen correct lopen, en zonder
hakken of stoten.
• Of de assen van de rollen niet beschadigd
zijn.
• Of de spreidingsafstelling van de kraan
correct is ten opzichte van de breedte
van het rolijzer.
• Of het rolijzer geen kromtestraal heeft die
kleiner is dan technische mogelijkheden
van de gebruikte kraan.
• Of het rolijzer niet plaatselijk vervormd of
verdraaid is.
• Op de oppervlaktestatus van de onderste
vleugel van het rolijzer.
een
plaatselijke
NL