Voor maximale prestatie wordt geadviseerd aanvoer 1 te
●
gebruiken. Als de hoge aanvoertemperatuur niet nodig is,
kan aanvoer 2 gebruikt worden zodat alle leidingen onder
aan de haard zitten.
plaats het overdrukventiel (figuur 4) in de afvoer CV-leiding
●
van de haard en sluit deze aan op de waterafvoer of
riolering (zie ook hoofdstuk 3.5.2).
Let op
!
Tussen het overdrukventiel en de haard mogen geen
afsluiter of andere weerstanden geplaatst zijn!
5.6.
Retourtemperatuurbewaking.
Om te voorkomen dat de warmtewisselaar te veel vervuild
is het belangrijk de haard zo snel mogelijk boven de
condensatietemperatuur van de rookgassen te brengen
en te houden. Dit dient te gebeuren doormiddel van een
retourtemperatuurbewaking welke ervoor zorgt dat de
retourtemperatuur naar de haard niet onder de 60˚C komt.
Een dergelijke unit is bij Dik Geurts te bestellen onder bestelnr.
45256.Het toepassen van een dergelijk systeem is verplicht om
de goede werking van dit product te garanderen. In bijlage 5 is
een voorbeeld installatieschema afgebeeld.
De verschillende componenten in dit schema zijn:
a) Retourtemperatuurbewaking(pompunit).
b) Expansievat.
c) Ontluchter.
d) Overdrukventiel(3bar)
e) Thermisch laadventiel.
f) Watertoevoer.
g) Circulatiepomp cv-systeem.
6.
STOKEN
Let op
!
Een Dik Geurts haard met CV wisselaar mag nooit zonder
●
water worden gestookt!
Deze toestellen moeten eerst met water gevuld en ontlucht
●
worden en mogen pas in gebruik genomen worden als de
functionele installatie volledig afgerond is.
Zie de Gebruikershandleiding, hoofdstuk 5, voor het aansteken
en stoken van de haard.
7.
OPLEVERING
U dient de gebruiker vertrouwd te maken met de haard. U dient
haar/hem te instrueren over onder meer de ingebruikname, het
stoken en het onderhoud.
Instrueer de gebruiker over de haard.
●
Wijs er bij ingebruikname op, dat
●
bij de eerste keer stoken vluchtige componenten uitdampen
●
uit lak, materialen e.d.;
de ruimte goed wordt geventileerd.
●
Wijs op de noodzaak om het rookgaskanaal minstens
●
één keer per jaar te laten inspecteren en reinigen door een
specialist.
Overhandig de gebruiker de gebruikershandleiding en de
●
installatiehandleiding (de installatiehandleiding dient bij het
toestel bewaard te blijven).
Wijs de gebruiker op de noodzaak de warmtewisselaar te
●
reinigen (zie de gebruikershandleiding, hoofdstuk 2.1).
8.
ONDERHOUD
In de Gebruikershandleiding wordt in Hoofdstuk 6, Onderhoud,
een aantal tips/instructies gegeven voor het onderhoud van de
haard. Tevens is vermeld hoe een aantal onderdelen vervangen
kan worden.
9.
STORINGEN
In de Gebruikershandleiding, hoofdstuk 7, staat een tabel met
een overzicht van storingen die kunnen optreden, de mogelijke
oorzaak en de oplossing.
Bijlage 1 Meegeleverde onderdelen
In de onderstaande tabel staan de onderdelen vermeld die met
het toestel worden meegeleverd.
Tabel 1:
Onderdeel
Installatiehandleiding
Gebruikershandleiding
Handschoen
Asschep
Spuitflacon ruitenreiniger
Spuitbus met hittebestendige lak
Overdrukventiel
Thermisch laadventiel
Schoonmaakborstel
6
Aantal
1
1
1
1
1
1
1
1
1