Instellingen en verstellingen
De rolstoel beschikt over diverse instel- en
verstel mogelijkheden waarmee de stoel aan
uw
eigen
wensen
kan
worden
Life & Mobility adviseert u om voor de instellingen
uw dealer te raadplegen. De verstellingen kunt u
eenvoudig zelf uitvoeren.
Rijeigenschappen instellen
De rijeigenschappen van de rolstoel zijn aan te
passen. De achterwielen kunnen in drie posities
worden ingesteld door het verplaatsen van de asbus.
1. Plaats de asbus in één van de drie asgaten.
2. Draai de M16 moer vast.
Het uitnemen en plaatsen van de QR achter
wielen
Let op:
n Het wiel dient u in ongeremde stand af te nemen
of te plaatsen.
1. Druk de ontkoppelknop in het midden van de
naaf in (A).
2. Houd de pen ingedrukt en neem het wiel uit.
3. Leg het wiel weg met de as naar boven zodat de
assen niet vervuilen of beschadigen.
4. Plaats het wiel terug in het asgat (B). U hoort een
klik als het wiel goed gefixeerd is.
5. Overtuig uzelf ervan dat het wiel goed vastzit al-
vorens u de rolstoel weer gaat gebruiken.
Rughoekverstelling
1. Draai de inbusschroeven (A) in de rug-
scharnierpunten een paar slagen los.
2. Verander de rughoek.
3. Draai daarna de inbusschroeven weer vast.
Let op:
controleer met behulp van het
"maatstreepje"of de linker- en rechter duwstang
dezelfde hoek hebben.
NL12
aangepast.
Rijeigenschappen
B
A
Achterwiel plaatsen
A
A
Zijkanten
Beensteunen
Rughoek
Instellingen en verstellingen
Rughoekverstelling t.b.v. zitdiepte
De zitdiepte kan nog extra nauwkeurig ingesteld
worden door middel van het verplaatsen van de
rugbuizen met 4 cm.
1. Neem de zitting uit.
2. Draai de 2 inbusschroeven per kant (A) een
aantal slagen los. Wij adviseren om hiervoor de
imbussleutel M5 zoals afgebeeld te gebruiken.
3. Schuif het plaatje met de duwstangen naar voren of
naar achteren tot de gewenste zitdiepte is bereikt.
4. Bepaal de exacte maat met behulp van de
maatstreepjes op beide zijkanten van het zijframe.
Deze worden aangeduid met stickers.
5. Pas, indien nodig, de rijeigenschappen aan.
Let op:
zorg dat links en rechts op gelijke diepte
geplaatst zijn.
6. Draai de inbusschroeven (A) weer vast.
Het uitnemen en plaatsen van de zijkanten
De zijkanten zijn eenvoudig uit te nemen.
1. Plaats uw hand in het midden van de armlegger.
2. Neem de gehele zijkant naar boven uit.
3. Plaats de zijkant in de houders.
4. Laat de armlegger weer los.
Let op:
n Controleer of de zijkanten in de houders zijn
geplaatst en niet ernaast. Dit kan de zijkanten en
wielen beschadigen.
De beensteunen uitnemen
De beensteunen zijn eenvoudig uit het frame te nemen
door deze aan het ophangdeel te pakken en met een
opwaartse beweging uit te nemen.
Let op:
n Zorg dat de voetplaten opgeklapt zijn alvorens u uit
de rolstoel stapt. Ga nooit op de voetplaten staan.
De kans bestaat dat de rolstoel hierdoor voorover
kantelt.
NL13