Inspired by life
Veiligheidsvoorschriften
de rolstoel dwars op een steile helling staat,
bestaat er een groot risico op kantelen.
•
Ga altijd achteruit van een stoeprand of kleine
trede af, zodat de rolstoel niet naar voren
kantelt en de gebruiker niet uit de stoel valt.
•
Begeleiders mogen de rolstoel nooit op een
helling laten staan zonder de remmen te
activeren.
Let op:
•
Houd bij het omlaag rijden van een helling
altijd de snelheid onder controle. Rem de
rolstoel indien nodig af met behulp van de
remhendels.
Diversen
Waarschuwing:
•
Houd de rolstoel uit de buurt van open vuur.
•
Laat de rolstoel niet in direct zonlicht staan.
De bekleding kan hierdoor te heet worden,
waardoor
de
huid
kan
overgevoelig kan raken.
Wees voorzichtig:
•
Zorg ervoor dat de rolstoel niet in contact komt
met zeewater, aangezien zeewater corrosief is
en zal leiden tot roesten van de rolstoel.
•
Zorg ervoor dat de rolstoel niet in contact komt
met zand. Zand kan in de bewegende delen
van de rolstoel terechtkomen en kan leiden tot
onnodig snelle slijtage en beschadigingen.
•
Gebruik
nooit
schurende
reinigingsmiddelen of oplosmiddelen zoals
thinner, benzeen, etc. om de rolstoel schoon te
maken.
•
Wanneer de stelschroef te strak wordt vastge-
draaid, kan de rolstoel hierdoor beschadigen.
NL12
verbranden
of
of
agressieve
A
De zittingbreedte aanpassen
B
De hoek van de rugleuning verstellen
C
De zithoek aanpassen
Instellingen en aanpassingen
Life & Mobility adviseert u contact op te
nemen met uw dealer voor informatie over de
instellingen. U kunt aanpassingen eenvoudig
zelf doorvoeren.
Neem de volgende aanhaalmomenten in
acht:
M5 inbusschroeven
= 6 Nm
M6 inbusschroeven
= 10 Nm
M8 inbusschroeven
= 25 Nm
M10 inbusschroeven = 50 Nm
Frame
Zittingbreedte
De armsteunen kunnen verder naar binnen of
naar buiten worden versteld. Deze instelling
kan voor links en rechts afzonderlijk worden
uitgevoerd met de schroeven (A).
Hoek rugleuning (eenmalige instelling)
1. Draai de inbusschroeven (B) in de
scharnierpunten van de rugleuning los.
2. Stel de gewenste hoek van de rugleuning
in.
3. Draai de inbusschroeven weer vast.
Zithoek
De zithoek kan worden aangepast met de
twee gasveren en de bedieningshendel (C) in
de buurt van de duwbeugel.
1. Druk op de bedieningshendels om de
gasveren te ontgrendelen.
2. Stel de gewenste zithoek in.
3. Laat de bedieningshendels los.
NL13