5 Gebruik
5.2 Tussen powermodus en langzame modus heen en weer schakelen
24
HOUR
18
5.3 Een lichtrooster fabriceren
19
5.4 Een lichtscherm fabriceren
24
HOUR
20
104
Nadat de robot ingeschakeld is, begint hij
steeds in de powermodus.
1. Druk op de toets „
de langzame modus om te schakelen.
2. Druk opnieuw op deze toets, om terug
naar de powermodus te schakelen.
AANWIJZING:
Als u de powermodus kiest, zijn het zuig-
vermogen en de werksnelheid hoger dan bij
de modus langzaam rijden. Uw robot ver-
bruikt dan ook meer energie.
1. Zet het lichtbaken op een willekeurige plek
neer, die de robot niet mag passeren
(afb. 19).
2. Schakel het lichtbaken in met behulp van
de Aan-/Uit-schakelaar.
- De LED is maar even verlicht en knip-
pert vervolgens.
- Er wordt een onzichtbaar lichtrooster ge-
fabriceerd.
3. Nu kunt u een reinigingsprogramma star-
ten. Als de robot op het lichtrooster stuit,
passeert het dit niet.
1. Fabriceer een lichtrooster,
5.3, „Een lichtrooster fabriceren".
2. Druk op de toets „
rooster een lichtscherm te maken.
- Er is een kort piepgeluid te horen.
- Er wordt een onzichtbaar lichtscherm
gefabriceerd.
3. Nu kunt u een reinigingsprogramma star-
ten. De robot reinigt nu eerst de kamer,
waarin hij zich bevindt, helemaal. Daarna
kan hij pas het lichtscherm passeren en
de kamer ernaast reinigen.
AANWIJZING:
Om van het lichtscherm weer een lichtroos-
ter te maken, drukt u opnieuw op de toets
„
". Er zijn 2 korte piepgeluiden te horen.
", om zo nodig naar
hoofdstuk
", om van het licht-