•
Stel de juiste temperatuur voor de gerechten in met behulp van de temperatuurregelaar op de
achterkant van het apparaat. De temperatuur kan worden ingesteld binnen een bereik van 30°C
tot 90°C.
•
Het oranje controlelampje voor verwarming dat zich naast de temperatuurregelaar bevindt, gaat
branden. Op het moment dat de ingestelde temperatuur wordt bereikt, schakelt de verwarming
uit en het controlelampje dooft. Als de temperatuur in de vitrine daalt, schakelt de verwarming
opnieuw in en het controlelampje gaat branden.
•
Zet de gerechten direct of in geschikte schalen op de roosters in de warmhoudvitrine. Sluit de
glazen deuren van het apparaat aan de bedieningskant.
WAARSCHUWING! Gevaar voor verbranding!
Sommige elementen van het apparaat worden tijdens het gebruik erg heet. Gebruik bij het
vullen van de vitrine of het uithalen van warme gerechten beschermende handschoenen.
•
De gerechten worden nu warm gehouden bij de ingestelde temperatuur.
•
Gebruik voor het vullen of uithalen van de gerechten de glazen deuren aan de achterkant van het
apparaat.
•
Het apparaat is uitgerust met een LED-verlichtingslijst. Schakel deze naar behoefte in met
behulp van de schakelaar die zich op de achterzijde van het apparaat bevindt.
•
Koppel het apparaat los van het stopcontact (trek de stekker er uit!) als het niet wordt gebruikt.
6. Reiniging en onderhoud
6.1 Veiligheidsvoorschriften
Zowel voor reiniging als voor reparatie de stekker van het apparaat uit het stopcontact halen
o
en het apparaat laten afkoelen.
Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen en zorg ervoor, dat er geen water in het apparaat komt.
o
Het is NIET toegestaan het apparaat, de kabel of de stekker in water of een andere vloeistof
o
onder te dompelen, om elektrische schokken te vermijden.
OPLETTEN!
Het apparaat is niet geschikt voor het direct uitspoelen met een waterstraal. Daarom is het
niet toegestaan het apparaat met een hogedruk waterstraal te reinigen!
6.2 Reiniging
Maak het apparaat regelmatig schoon.
o
Maak de vitrine van binnen en buiten schoon met behulp van een zacht, vochtig doekje en een
o
mild schoonmaakmiddel.
Maak de roosters schoon met een zacht, vochtig doekje en een mild schoonmaakmiddel.
o
Maak de waterschaal regelmatig schoon.
o
Ontkalk de waterschaal met in de handel beschikbare ontkalkingsmiddelen als er zich kalk in
o
heeft afgezet.
Gebruik altijd en uitsluitend zachte doekjes en NOOIT scherpe soorten schuursponsjes die
o
krassen op het apparaat kunnen veroorzaken.
Gebruik na het schoonmaken een zacht, droog doekje om het oppervlak te drogen en op te
o
wrijven.
- 71 -