Druk opnieuw op de SNOOZE-knop
, om de verlichting weer uit te schakelen.
12
Bij ingeschakelde verlichting werkt eveneens
het optisch alarm. De verlichting wordt hier-
voor gedeactiveerd en verschijnt weer na het
uitschakelen van het alarm.
Sfeerlicht-functie
Opmerking: Als u „02 sfeerlicht" kiest,
verschijnt „C1 - C8" voor de lichtkeuze. Ver-
volgens kan de lichtintensiteit in vijf stappen
worden geselecteerd.
De sfeerlicht-functie activeert een zwak gekleurd
licht in het verlichtingsveld
Druk op de LIGHT+-knop
te activeren. Druk meermaals op de LIGHT+-
knop
om de helderheid 1–5 te verhogen
22
en uit te schakelen. Of druk op de LIGHT–-
knop
, om de kleurscala als volgt C1-C9 te
21
veranderen:
sfeerlicht vanaf: → rood → oranje → geel
→ cyaan → groen → hemelsblauw →
lila → automatische kleurwissel → in
de kleurwisselfunctie van de voorheen
gekozen kleur
De activering van het sfeerlicht heeft geen
invloed op de functionaliteit van het optisch
.
1
om het sfeerlicht
22
alarm. Het sfeerlicht wordt dan gedeactiveerd
en na het alarm weer geactiveerd.
Gebruik met batterijen
De geplaatste batterijen zijn uitsluitend bedoeld
voor het zekeren van de tijdweergave en de
alarmfunctie. Mocht de stroom uitvallen scha-
kelt de lichtwekker automatisch op batterijvoe-
ding om.
Met de batterijvoeding loopt de tijd verder.
Vanwege energiebesparing wordt voor het
alarm uitsluitend het elektronische alarm
gebruikt. Alle lichtfuncties alsook de radio
kunnen niet worden gebruikt.
Zodra de stroom via de laagspanningsbus
weer ter beschikking staat, staan weer alle
functies van de lichtwekker ter beschikking.
Batterijen vervangen
Om een goed functioneren van de lichtwekker
te waarborgen, dienen de batterijen tenminste
één keer per jaar te worden vervangen.
Open hiervoor het batterijvakdeksel
aan de onderkant van de lichtwekker door
de vergrendeling in de richting van de pijl
te drukken en haal de oude batterijen eruit.
8
11
NL/BE
55