Verzeker jezelf ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat je welke
werkzaamheden dan ook uitvoert.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met het
elektrische vermogen van de netstroom.
Controleer of het apparaat correct
geïnstalleerd is. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ertoe leiden dat de
contactklem te heet wordt.
Moet het apparaat geaard worden.
Controleer of er een aardlekschakelaar is
geïnstalleerd.
Gebruik het juiste netsnoer. Gebruik de
trekontlastingsklem op de kabel.
Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Zorg dat de stroomkabel niet
verstrikt raakt.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker
(indien van toepassing) het hete apparaat of
heet kookgerei niet aanraakt als u het
apparaat op een nabijgelegen contactdoos
aansluit.
Sluit de stekker pas aan op het stopcontact
aan het einde van de installatie. Zorg ervoor
dat de stekker na montage bereikbaar is.
De schokbescherming van spanningvoerende
en geïsoleerde onderdelen moet zodanig
worden bevestigd dat deze niet zonder
gereedschap kan worden verwijderd.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat
los te koppelen, trek altijd aan de stekker.
Sluit de stekker niet aan als het stopcontact
loszit.
Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet voorzien zijn
van een isolatieapparaat waarmee u het
apparaat met alle polen van het stroomnet
kunt loskoppelen. Het isolatieapparaat moet
een contactopening hebben van minimaal 3
mm.
16
NEDERLANDS
2.2 Gebruik en onderhoud
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brandwonden,
elektrische schokken, brand, explosie of
schade aan het apparaat.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Verwijder voor het eerste gebruik alle
verpakkingsmaterialen, etiketten en
beschermfolie (indien van toepassing).
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd worden.
Gebruik het apparaat niet met natte handen
of als het contact maakt met water.
Gebruikers met een pacemaker moeten een
afstand van minimaal 30 cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in
werking is.
Als je voedsel in hete olie plaatst, kan het
spatten.
Wanneer ze verwarmd worden, kunnen
vetten en oliën ontvlambare dampen afgeven.
Houd open vuur of verwarmde voorwerpen uit
de buurt van vetten en oliën wanneer u
ermee kookt.
De dampen die boven erg hete olie ontstaan
kunnen spontaan ontbranden.
Gebruikte olie, die voedselresten kan
bevatten, kan ontbranden bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste keer
wordt gebruikt.
Schakel de kookzones niet terwijl er leeg
kookgerei of geen kookgerei op geplaatst is.
Laat geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel staan.
Leg geen hete deksel op het glazen
oppervlak van de kookplaat.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Gebruik geen aluminiumfolie of andere
materialen tussen het kookoppervlak en het
kookgerei, tenzij anders aangegeven door de
fabrikant van dit apparaat.
Gebruik alleen accessoires die door de
fabrikant voor dit apparaat worden
aanbevolen.