stroomrail nooit buiten de handbescherming -- LE-
VENSGEVAAR !
De draad/draden moet(en) zich vrij in het stroomsensorbereik
("tangopening") laten bewegen. Let tijdens het aflezen erop, dat de
leiding zich zo goed als mogelijk in het centrum (in het midden van
de opening) bevindt.
Meet geen stromen in meetcircuits, waarin spannin-
gen > 1000 VDC resp. 750 VACrms aanwezig kun-
nen zijn, hierdoor kan het meetapparaat bescha-
digd worden en voor uw zou een levensgevaarlijke
situatie kunnen ontstaan. Meet beslist geen stro-
men boven 1000 A..
E Weerstandsmeting
Overtuig u er van, dat alle te meten delen van scha-
kelingen, schakelingen en modules alsmede andere
meetobjecten spanningloos zijn.
Voor de weerstandsmeting handelt u als volgt:
1. Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus (midden) en het
rode meetsnoer met de bus "HzFOhm
2. Zet de draaischakelaar op "Ohm" (200 - 2k - 20k - 200k - 2M -
20M).
3. Test de doorgang van de meetleidingen doordat u beide meet-
punten met elkaar verbindt. Hierop moet zich een weerstands-
waarde van ca. 0 Ohm instellen.
4. Nu verbindt u de testpunten met het meetobject. Nu wordt de
meetwaarde weergeven, indien het meettraject niet te hoogoh-
mig of onderbroken is.
R
" (links).
85