4 Gebruik
De messen met STIHL harsoplosmiddel inspui‐
ten – de motor nogmaals even laten draaien,
zodat de spray gelijkmatig wordt verdeeld.
3.7
Onderhoud en reparaties
Het motorapparaat regelmatig onderhouden.
Alleen die onderhouds- en reparatiewerkzaam‐
heden uitvoeren, die in de handleidingen van het
combigereedschap en de combimotor staan
beschreven. Alle andere werkzaamheden laten
uitvoeren door een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en reparatiewerk‐
zaamheden alleen door de STIHL dealer te laten
uitvoeren. De STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking over Tech‐
nische informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen monteren. Als
dit wordt nagelaten is er kans op ongelukken of
schade aan het apparaat. Bij vragen contact
opnemen met een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert originele STIHL onderdelen te
monteren. Deze zijn qua eigenschappen opti‐
maal op het apparaat en de eisen van de gebrui‐
ker afgestemd.
Voor reparatie-, onderhouds- en schoonmaak‐
werkzaamheden altijd de motor afzetten – kans
op letsel!
4
Gebruik
4.1
Knipseizoen
Voor het knippen van heggen de nationaal gel‐
dende, resp. gemeentelijke voorschriften in acht
nemen.
De heggensnoeier niet tijdens de plaatselijk
voorgeschreven stiltetijden gebruiken.
4.2
Werkvolgorde
Als een heg fors moet worden teruggesnoeid –
stapsgewijs in meerdere fasen werken.
Dikke twijgen of takken eerst met een snoei‐
schaar verwijderen.
Eerst de beide zijkanten van de heg en vervol‐
gens de bovenkant knippen.
4.3
Milieuverantwoord afvoeren
De afgezaagde takken niet bij het huisvuil gooien
– de takken kunnen worden gecomposteerd!
0458-475-9421-D
4.4
Voorbereiding
► Bij instelbaar aandrijfmechanisme: hoek van
de mesbalk instellen
► Mesbeschermer wegnemen
► Motor starten
► Bij het gebruik van een draagstel: draagriem
omdoen en het apparaat vasthaken aan het
draagstel
4.5
Werktechniek
4.5.1
Horizontaal knippen (met onder een
hoek staande mesbalk)
Staand snoeien vlak boven de grond –
bijv. bodembedekkers.
De heggensnoeier tijdens het vooruitlopen sik‐
kelvormig heen en weer bewegen – beide mes‐
kanten gebruiken, de mesbalk niet op de grond
leggen.
Nederlands
41