Maak het luchtfilter schoon:
• Verwijder eerst het bovendeksel (2) en de luchtinlaat (15) om toegang te krijgen tot
de ventilatormotor.
• Verwijder het inlaatfilter uit het luchtfilterhuis, zie Fig. 23
• Was het filter voorzichtig in een lauw sopje.
• Spoel het filter grondig met schoon water.
• Wring het filter voorzichtig uit en laat het drogen.
• De montage gebeurt in omgekeerde volgorde
Pluizenfilter
Was of vervang het inlaatfilter elke 500 bedrijfsuren of minder, afhankelijk
van de staat waarin het verkeert.
Vervang het luchtuitblaasfilter en het pluizenfilter elke 500 bedrijfsuren of
minder, afhankelijk van de toestand.
Schone lucht laat:
• Verwijder eerst het bovendeksel (2) en de
luchtinlaat (15) om toegang te krijgen tot de
ventilatormotor.
• Reinig de ventilatorbladen/waaier (C) regel-
matig.
• Controleer tijdens het onderhoud of de ven-
tilatorbladen (A1) stevig op de motoras (B1)
zitten. Draai indien nodig de schroef (C1) vast,
zie Fig. 24
28
Luchtuitlaatfilter
Filterafdekking
Fig. 23
A1
C1
B1
C1
B1
Fig. 24
Inlaatfilter
V. 1.0
NL