• Steeds de geldende nationale en interna-
tionale veiligheids-, gezondheids- en
arbeidsvoorschriften opvolgen.
• Het apparaat mag alleen in bedrijf worden
genomen als er bij de controle geen
gebreken gevonden worden. Wanneer er
een deel defect is, moet het absoluut vóór
het volgende gebruik worden vervangen.
• Jongelingen onder 16 jaar evenals
gebruikers die niet voldoende met de
bediening van het apparaat vertrouwd
zijn, mogen dit apparaat niet gebruiken.
• Personen die wegens hun ontbrekende
fysieke, psychische of sensorische eigen-
schappen niet in staat zijn het apparaat
veilig en omzichtig te bedienen, mogen
het apparaat niet gebruiken.
• Altijd de vereiste persoonlijke bescher-
mingsmiddelen gebruiken (► Persoon-
lijke veiligheidsuitrusting – p. 61).
• Altijd voorzichtig en alleen in goede condi-
tie werken: Vermoeidheid, ziekte, alcohol-
gebruik, invloed van medicijnen en drugs
zijn onverantwoordelijk, omdat u het
apparaat niet meer veilig kunt gebruiken.
• Nooit maaien terwijl er personen, met
name kinderen, of dieren in de buurt zijn;
• Denk eraan dat de machinebestuurder of
de gebruiker verantwoordelijk is voor
ongevallen met andere personen of hun
eigendom.
Onderhoud
• Er mogen alleen onderhoudswerkzaam-
heden worden uitgevoerd en storingen
worden verholpen die hier beschreven
zijn. Alle andere werkzaamheden moeten
door een vakman worden uitgevoerd.
• Controleer regelmatig of alle schroefver-
bindingen goed vastzitten.
• Alleen originele reserveonderdelen
gebruiken. Alleen deze reserveonderde-
len zijn voor het apparaat gebouwd en
geschikt. Andere reserveonderdelen lei-
den niet alleen tot het vervallen van de
garantie, maar ze kunnen ook u en uw
omgeving in gevaar brengen.
Opslag en transport
• Apparaat altijd droog bewaren.
• Apparaat bij het transport tegen beschadi-
gingen beschermen.
• Apparaat aan de greep dragen, nooit een
greep doen in het snijgereedschap.
Apparaatspecifieke aanwijzingen
• Vóór aanvang van de werkzaamheden
het terrein controleren en alle voorwerpen
verwijderen die het maaimes zouden kun-
nen beschadigen.
• Houd altijd voldoende afstand tot het
maaimes.
• Apparaat alleen stapvoets bewegen.
• Alleen bij goede licht- en zichtomstandig-
heden werken.
• De kleren van de gebruiker moeten nauw
aansluiten. Loszittende kleding voorko-
men. Vast schoeisel en lange werkbroek
dragen.
• Let erop dat er zich geen andere perso-
nen of dieren in de buurt van het werkbe-
reik bevinden.
• Bij het wisselen van rijrichting op een hel-
ling zeer behoedzaam te werk gaan.
• Altijd dwars op de helling werken.
• Bij achterwaarts bewegen goed opletten.
Struikelgevaar!
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
Bij het werken met het apparaat ste-
vige schoenen dragen.
Uw apparaat in één oogopslag
Aanwijzing: Hoe uw apparaat er
daadwerkelijk uitziet, kan van de
afbeeldingen afwijken.
► P. 3, afb. 1
1. Duwboom
2. Tussenstuk
3. Onderste deel van duwboom
4. Kooimaaier
5. Wielen
6. Bouten (voor hoogteomzetting, aan beide
zijden)
7. Opvangzak
8. Bevestigingsriemen (voor opvangzak)
Leveringsomvang
• Gebruiksaanwijzing
• Kooimaaier
• Duwboom
• Tussenstuk (2 stuks)
• Onderste deel van duwboom
• Bevestigingsriemen
• Opvangzak
• Stabilisatiebeugel (voor opvangzak)
• Montagebeugel (voor opvangzak)
NL
61