Velkam
De velkam maakt het mogelijk om het motor-
blok op het hout te bevestigen bij trekkend
zagen. Hierdoor wordt een ongecontroleerde
terugslag van de zaag bemoeilijkt. Daarnaast
kan druk op de zaagketting worden uitgeoe-
fend als gevolg van de hefboomwerking.
Kettingvanger
De kettingvanger dient om een gescheurde of
uit de geleiding gesprongen ketting op te van-
gen. Door een regelmatig onderhoud van de
zaaggeleiding en het correct en regelmatig
aanspannen van de ketting kunnen dergelijke
ongevallen worden vermeden.
Achterste handbescherming
De achterste handbescherming beschermt
de hand tegen een eventueel afspringende
ketting en storende takken.
Kijk het apparaat na voor elk gebruik!
GEVAAR! Risico op letsels! Het
toestel mag uitsluitend in gebruik wor-
den genomen als er geen defecten
zijn gevonden. Als een onderdeel
defect is, moet dit beslist vóór het vol-
gende gebruik worden vervangen.
Controleer de veiligheidsvoorzieningen en de
veilige status van het toestel:
– Controleer alle onderdelen op stevige
bevestiging.
– Controleer of er geen lekkages optreden.
– Controleer of er zichtbare defecten zijn:
gebroken onderdelen, scheuren enz.
– Controleer het toestel op een correcte
kettingspanning.
– Controleer de werking van de kettingrem.
In-/uitschakelen
► P. 5, afb. 10
– Houd het toestel met beide handen vast.
– De handbescherming (3) moet naar ach-
ter worden geklapt.
– Inschakelen: Druk de inschakelblokke-
ring (11) en in-/uitschakelaar (12) tegelij-
kertijd in.
– Uitschakelen: laat de in- en uitschake-
laar (12) los.
Gebruik
Wordt voor het gebruik van de ketting vol-
doende vertrouwd met de zaagtechniek
ervan. Instructies vindt u in de vakliteratuur.
We raden u aan bijscholing te volgen. De hier
vernoemde instructies zijn ter aanvulling!
Correcte houding
GEVAAR! Risico op letsels! Werk
nooit op instabiele ondergronden!
Werk nooit boven schouderhoogte!
Werk nooit op een ladder!
Werk nooit gebogen!
Het toestel enkel gebruiken bij gun-
stige weers- en grondomstandighe-
den!
– Sta met beide benen stevig op de grond.
– Let op hindernissen in de werkomgeving.
– Bij het werk moet het toestel steeds met
beide handen worden vastgehouden!
Houd het toestel vast:
– met de linkerhand aan de beugelgreep.
– met de rechterhand aan de handgreep.
– uitgebalanceerd in een stevige houding.
Zo zaagt u op de juiste manier.
GEVAAR! Risico op letsels! Scha-
kel de motor steeds uit voordat u het
apparaat weglegt!
• Onderzoek de werkzone op storende
voorwerpen en verwijder deze.
• Voor het beginnen met werken moet u de
veiligheid van het toestel controleren
(► Kijk het apparaat na voor elk
gebruik! – p. 187).
NL
187