• Gebruik uitsluitend toegestane componenten
voor het monteren van afvoerluchtleidingen.
• Leg afvoerluchtleidingen zodanig aan dat er
geen condenswater in het apparaat kan lopen.
• Let bij het boren op kabels en leidingen in de
muur.
• Let op de minimale diameter van de afvoerlucht-
leiding (► Technische gegevens – p. 81).
• Houd de afvoerluchtleidingen zo kort mogelijk.
• Leg de afvoerluchtleidingen in de stromingsrich-
ting in een afzuigschoorsteen.
Uw apparaat in één oogopslag
Leveringsomvang
• Inbouwventilator
• Bevestigingsmateriaal
• Gebruiksaanwijzing
Montage
Aanwijzing: Het apparaat, met bescher-
mingsgraad IP24 tegen toegang tot gevaar-
lijke delen en het binnendringen van water,
mag worden geïnstalleerd in Zone 2 volgens
IEC 60364-7-701:2019.
► Belangrijke aanwijzingen voor de montage – p. 78
► Montage – p. 2
– Boorgat voor ventilator boren. Boorgatdiame-
ter = 100 mm
– Boorgaten in de muur markeren.
– Boorgaten voor bevestigingsschroeven boren.
Boorgatdiameter = 5 mm
– Pluggen insteken.
– Apparaatframe vastschroeven.
– Aansluitkabel aanleggen en kabelafdichting
doorboren Toegestane aansluitkabel: ► Techni-
sche gegevens – p. 81
– Kabelafdichting in apparaatframe plaatsen.
– LET OP! Het netsnoer mag alleen door het door
de fabrikant aangebrachte gat in de behuizing
worden geleid. Als u het netsnoer door een met
de hand geboord gat leidt, vervalt de verantwoor-
delijkheid van de fabrikant en maakt dit de garan-
tie ongeldig. De aders mogen maximaal 8 mm
worden gestript.
– Apparaat op stroomnet aansluiten (► Elektri-
sche aansluiting – p. 79).
– Snoerbeveiliging vastschroeven.
– Apparaatafdekking plaatsen en weer vastschroe-
ven.
Elektrische aansluiting
GEVAAR! Levensgevaar door elektrische
schok! De elektrische aansluiting mag
alleen door daarvoor gekwalificeerde vak-
krachten worden uitgevoerd.
Vóór de montage moet het elektrische lei-
dingnet stroomloos geschakeld worden
(hoofdschakelaar/-zekering uitschakelen).
– Neem de juiste positie van de trekontlasting in
acht.
Schakelschema's aansluitingen
► P. 5, punt 12
Bediening
T – Timer/naloop
Na het inschakelen van de externe schake-
laar (S1), bijvoorbeeld van de lichtschake-
laar, gaat de ventilator aan. Na uitschake-
ling van de schakelaar (S1) blijft de ventila-
tor doordraaien met de ingestelde
nalooptijd van 2 tot 30 minuten.
Waarschuwing! Ontkoppel voorafgaand aan alle in-
stelwerkzaamheden de ventilator van het elektriciteit-
snet! Alle installatie- en instelwerkzaamheden moe-
ten door een vakman worden uitgevoerd.
► P. 7, punt 1
NL
79