NL
• Schakel het apparaat voor en tijdens transport
spanningsloos.
Onderhoud
• Zorg er, voorafgaand aan alle werkzaamheden
en instellingen, voor dat het apparaat volledig is
losgekoppeld van de voeding door middel van
een alpolige schakelaar.
• Er mogen alleen onderhoudswerkzaamheden
worden uitgevoerd en storingen worden verhol-
pen die hier beschreven zijn. Alle andere werk-
zaamheden moeten worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde vakman.
Apparaatspecifieke veiligheidsaanwijzingen
• Apparaat uitsluitend in volledig gemonteerde
staat inschakelen en gebruiken.
• Het apparaat mag niet in de buitenlucht gebruikt
worden.
• Geen voorwerpen door het ventilatierooster in
het apparaat inbrengen.
• Het apparaat nooit aan water of andere vloeistof-
fen blootstellen.
• De ventilator is ontworpen voor bedrijf bij omge-
vingstemperaturen van +1 °C tot +40 °C.
• LET OP! Gebruik de ventilator niet buiten het
gespecificeerde temperatuurbereik.
• De af te leiden luchtstroom moet schoon zijn,
d.w.z. hij mag geen vet of roestdeeltjes, chemi-
sche of bijtende middelen, ontvlambare of explo-
sie mengsels bevatten.
• Het apparaat moet op het elektriciteitsnet worden
aangesloten via een tweepolige schakelaar met
een geschikt nominaal vermogen die is geïnte-
greerd in het vaste bekabelingssysteem, met
opening van de contacten op alle polen, met een
minimale openingsafstand van de contacten van
meer dan 3 mm.
• Verstop de in- en afvoeropening voor de lucht
niet. Controleer bij apparaten die in leidingen
worden geïnstalleerd, of de leiding niet verstopt
is.
78
• Levensgevaar als het apparaat gelijktijdig wordt
gebruikt met een van kamerlucht afhankelijke
vuurhaard (bv. gas-, olie-, hout- of kolenkachels)!
Door de zuigwerking kunnen giftige verbran-
dingsgassen uit de schoorsteen of afzuigschacht
van de vuurhaard weer terug in de kamerlucht
worden getrokken! Bovendien wordt de verbran-
ding in de vuurhaard negatief beïnvloed (onvol-
doende verbrandingslucht). Uitsluitend vol-
doende toevoerlucht voorkomt deze gevaarlijke
onderdruk.
• Als het apparaat gelijktijdig met vuurhaarden
wordt gebruikt, mag de onderdruk in de opstel-
ruimte van de vuurhaard niet groter zijn dan 4 Pa
-5
(4 ×10
bar).
• Alle officiële voorschriften moeten strikt worden
nageleefd.
• De afvoerlucht mag noch naar een in gebruik
zijnde rook- of afzuigschoorsteen noch naar een
schacht worden gevoerd die dient ter ontluchting
van ruimtes waarin vuurhaarden zijn opgesteld.
• Als de afvoerlucht naar een buiten bedrijf zijnde
rook- of afzuigschoorsteen moet worden
gevoerd, dan moeten de officiële voorschriften in
acht worden genomen.
• Symbolen die zich op uw apparaat bevinden,
mogen niet worden verwijderd of afgedekt. Niet
meer leesbare aanwijzingen op het apparaat
moeten onmiddellijk worden vervangen.
Lees vóór de ingebruikname de gebruiks-
aanwijzing en neem deze in acht.
Belangrijke aanwijzingen voor de montage
Aanwijzing: Voor de montage is vakkennis
uit de meest uiteenlopende vakgebieden
nodig; daarom mag de montage uitsluitend
plaatshebben door geschoolde arbeids-
krachten.
• Er wordt geadviseerd het apparaat minimaal
230 cm boven de grond te installeren.