Gebruiksaanwijzing
Versie 09/09
Brushless-set
Bestelnr. 23 52 63: „Hurricane 8T"
Bestelnr. 23 52 64: „Hurricane 10T"
Bestelnr. 23 52 65: „Hurricane 12T"
Voorgeschreven gebruik
Het product bestaat uit een uiterst krachtige Brushless-motor en een bijbehorende elektronische rijregelaar.
De rijregelaar wordt aangesloten op een vrij kanaal van een ontvanger met afstandsbesturing voor
modelvoertuigen en dient hier voor de traploze toerentalregeling van de Brushless-motor.
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de nationale en Europese wetgeving. Alle voorkomende
bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten
voorbehouden.
Omvang van de levering
• Brushless-motor
• Rijregelaar
• Gebruiksaanwijzing
Veiligheidsvoorschriften
Bij beschadigingen veroorzaakt door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing
vervalt ieder recht op garantie! Voor gevolgschade aanvaarden wij geen aansprakelijk-
heid!
Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor materiële schade of persoonlijk
letsel als gevolg van ondeskundig gebruik of het niet in acht nemen van de
veiligheidsvoorschriften! In dergelijke gevallen vervalt de garantie.
• Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenhandig ombouwen en/of wijzigen van het product
niet toegestaan.
• Het apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen.
• De rijregelaar en motor mogen niet vochtig of nat worden.
• Klem de accu altijd van de rijregelaar af wanneer de rijregelaar niet wordt gebruikt. Bij korte pauzes kan
de rijregelaar via de aan/uit-schakelaar worden uitgezet.
• Schakel altijd eerst de zender in voordat u de rijregelaar met de accu verbindt en inschakelt!
• Voordat u de zender uitschakelt, moet u eerst de rijregelaar uitschakelen en eventueel van de accu
loskoppelen.
• De rijregelaar kan afhankelijk van de programmering met NiMH/NiCd-accu's (6 cellen) of LiPo-accu's
(2 cellen) worden gebruikt.
• Zowel de motor als de rijregelaar worden tijdens het gebruik erg heet; er bestaat verbrandingsgevaar!
• Behandel het product voorzichtig. Door stoten, schokken of een val - zelfs van geringe hoogte - kan het
beschadigd raken.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
Montage
• Wanneer het product als vervanging van een bestaande rijregelaar/motor wordt gebruikt, dient u eerst
de oude rijregelaar en motor uit uw model te verwijderen.
• Monteer een op het aandrijfwiel passend rondsel op de aandrijfas van de Brushless-motor. Doorgaans
wordt het rondsel met een stifttap bevestigd.
Zorg dat de stifttap precies op de afgeschuinde kant van
de aandrijfas van de motor ligt en daar wordt
vastgeschroefd (zie afbeelding rechts, zonder het tandwiel),
anders gaat het rondsel erg snel los zitten.
De exacte positie van het rondsel op de aandrijfas moet na de montage van de motor
worden bepaald. Daarom moet het rondsel in eerste instantie slechts licht worden
vastgeschroefd.
• Bouw de motor in uw voertuig in en schroef deze vast. De afstand tussen rondsel en aandrijftandwiel
wordt later ingesteld en is op dit moment nog niet van belang.
• Controleer nu of het rondsel precies tegen het aandrijftandwiel komt te liggen en niet
naar de zijkant is verschoven.
De nauwkeurige positie van het rondsel tegen het aandrijftandwiel is erg
belangrijk. Het mag dus niet naar de zijkant zijn verschoven aangezien
hierdoor het aandrijftandwiel beschadigd raakt (krachtoverbrenging vindt
plaats via een kleiner oppervlak).
Markeer de positie, bouw de motor weer uit en corrigeer de montagepositie
van het rondsel ten opzichte van de aandrijfas.
Pas wanneer het rondsel precies parallel tegen het aandrijftandwiel ligt, dient de stifttap in
het rondsel vast te worden aangedraaid.
• Na de juiste montage van het rondsel op de aandrijfas van de motor dient nu de juiste afstand tussen
rondsel en aandrijftandwiel te worden ingesteld.
• Meestal is bij de motorbevestiging een van de beide bevestigingsgaten rond, het andere langwerpig. Zo
is de motor via de schroef in het ronde gat vastgemaakt en met de schroef in het langwerpige gat
verstelbaar.
Draai de beide schroeven een klein stukje los zodat de motor door een lichte krachtinspanning kan
worden gedraaid.
• De afstand tussen het rondsel en het aandrijftandwiel mag niet te klein en niet te groot zijn, aangezien
anders het aandrijftandwiel wordt beschadigd.
• Schroef vervolgens de motor vast.
• Bevestig nu de rijregelaar in het voertuigchassis. Kies een plaats die zo ver mogelijk van de ontvanger
ligt. De rijregelaar dient ook niet direct naast de motor te liggen.
Voor de bevestiging kan bijvoorbeeld klittenband of dubbelzijdig plakband worden gebruikt.
• De aan/uit-schakelaar met de geïntegreerde Setup-toets dient zo te worden aangebracht, dat deze
gemakkelijk kan worden bediend. Voor de bevestiging kan klittenband of dubbelzijdig plakband worden
gebruikt.
• Zorg dat kabels niet in draaiende of bewegende delen van het voertuig kunnen komen. Gebruik voor het
vastmaken bijvoorbeeld kabelbinders.
Zorg vooral dat het functioneren van de ventilator van de rijregelaar niet wordt gehinderd (gevaar van
oververhitting van de rijregelaar!).
Aansluiting op de ontvanger
• Verbind de driepolige stekker met het betreffende kanaal van de ontvanger. Let hierbij absoluut op dat
de juiste aansluiting op de ontvanger wordt gebruikt (zie gebruiksaanwijzing bij de ontvanger resp.
opdruk op de ontvanger).
Geel/wit/oranje leiding:
Rode leiding:
Bruin/zwarte leiding:
• Aangezien de rijregelaar is uitgerust met een BEC (batterijsparend circuit) mag geen ontvangerbatterij
resp. geen ontvangeraccu worden gebruikt! De ontvanger wordt rechtstreeks via de rijregelaar uit de
rijaccu van stroom voorzien.
Ingebruikname
a) Voorbereidingen
Let op, voorzichtig!
Plaats het modelvoertuig zo dat de aandrijfwielen geen contact maken met de grond of
voorwerpen. Zet het voertuig bijvoorbeeld op een blok hardschuim.
Kom niet met uw vingers in de aandrijving. Blokkeer deze niet. Verwondingsgevaar!
• Schakel de zender in (controleer de toestand van de batterij/accu). Zet de trimregelaar in de middenstand;
zet de gashendel op neutraal (in zijn vrij).
• De schakelaar van de rijregelaar moet in de positie „OFF" (= uit) worden gezet, zie
afbeelding rechts.
• Plaats een accupack in het voertuig en verbind deze met de rijregelaar.
• Zet de gashendel en de betreffende trimmer op de afstandsbediening in de neutraalstand. Laat de
gashendel los en beweeg deze niet meer.
b) Instelling van de rijregelaar op de zender
Eerst moet de rijregelaar op de volgas-posities voor vooruit en achteruit rijden resp. op neutraal worden
ingesteld. U gaat hiervoor als volgt te werk:
• Zet de rijregelaar uit. Houd de kleine Setup-toets links naast de aan/uit-schakelaar
ingedrukt (niet loslaten!) en breng de schakelaar van de rijregelaar in de stand
„ON" (= aan), zie afbeelding rechts.
• Wanneer de blauwe LED van de rijregelaar brandt, laat u de Setup-toets pas weer los.
• Zet de gas/rem-hendel in de stand voor volgas.
• De rode en gele LED knipperen en branden vervolgens constant, een pieptoon klinkt en de volgas-stand
is opgeslagen.
• Zet nu de gas/rem-hendel in de verste stand voor achteruitrijden (krachtig achteruit).
• De rode en blauwe LED knipperen en branden vervolgens constant, twee pieptonen klinken en de stand
voor achteruitrijden is opgeslagen.
• Laat nu de gas/rem-hendel los zodat deze in de neutraalstand staat.
• De rode en groene LED knipperen en branden vervolgens constant, drie pieptonen klinken en de stand
voor de neutraalstand is opgeslagen.
• Schakel de regelaar uit; het programmeren van de afstandsbediening is voltooid.
Wanneer u altijd dezelfde afstandsbediening gebruikt, hoeft het programmeren van de
standen van de gas/rem-hendel van uw afstandsbediening slechts eenmaal te worden
uitgevoerd resp. wanneer u veranderingen in de set-up van uw afstandsbediening hebt
uitgevoerd.
Programmering van de rijregelaar
Let op! Voordat u de rijregelaar en dus het voertuig kunt gebruiken, dient minimaal het
accutype te worden geprogrammeerd!
• Schakel de zender in. Zet de gas/rem-hendel in de neutraalstand.
• Zet de rijregelaar aan:
Groene LED brandt = achteruitrijden geactiveerd
Gele LED brandt = achteruitrijden uitgeschakeld
stuursignaal
bedrijfsspanning
GND
OFF
ON