Andere functies
De geluidskenmerken
aanpassen
U kunt de hoge en lage tonen, de balans en de
fader instellen.
Voor elke geluidsbron kan het niveau voor
lage en hoge tonen worden vastgelegd.
1
Selecteer het onderdeel dat u wilt
aanpassen door een aantal malen op
(SEL) te drukken.
Telkens wanneer u op (SEL) drukt, worden
de items als volgt gewijzigd:
BAS (lage tonen) t TRE (hoge tonen) t
BAL (links-rechts) t FAD (voor-achter)
2
Regel het gekozen item door op één van
beide kanten van de volumeknop te
drukken.
Breng de wijziging aan binnen de drie
seconden nadat u het onderdeel hebt
geselecteerd.
Het geluid dempen
Druk op (ATT).
"ATT-ON" knippert even en "ATT"
verschijnt in het uitleesvenster.
Als u het vorige geluidsniveau wilt herstellen,
drukt u nogmaals op (ATT).
"ATT-OFF" verschijnt kortstondig.
Tip
Wanneer de verbindingskabel van een
autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel,
wordt het geluid automatisch afgezet wanneer
een telefonische oproep wordt ontvangen
(Telephone ATT functie).
(XR-CA310/ alleen groene verlichting)
De instellingen voor het
geluid en het
uitleesvenster wijzigen
De volgende instellingen kunnen worden
verricht:
•CT (Clock Time, Kloktijd) (pagina 14).
•A.SCRL (Automatisch Rollen)* (pagina 17).
•M.DSPL (Bewegend Display)
– de demonstratiestand die verschijnt
wanneer de cassette wordt uitgeworpen en er
geen bron is gekozen (b.v. tuner afgezet).
•BEEP – schakelt de pieptoon in en uit.
1
Druk op (SEL).
2
Druk op de voorinstelnummertoets om
het gewenste item te kiezen.
Cijfertoetsen
(2): CT
(3): A.SCRL*
(4): M.DSPL
(6): BEEP
* Dit item verschijnt niet wanneer geen CD of
MD speelt (alleen voor de XR-CA300/CA310).
Opmerking
De weergave verschilt volgens de bron.
3
Druk herhaaldelijk op de voorinsteltoets
om de gewenste instelling te kiezen
(bijvoorbeeld: AAN of UIT).
15