NL
– Wanneer de telefooninterface aangeeft dat de
toevoeging succesvol is en de WIFI-indicator
op het toestel stopt met knipperen en doorlo-
pend brandt, dan is de toevoeging correct vol-
tooid.
Draadloze bediening via mobiele telefoon
– Schakel de voeding van het toestel in, schakel de
mechanische schakelaar in en klik op de
'POWER'-knop van het LCD-scherm om het toe-
stel in stand-bymodus te zetten.
• Temperatuurinstelling:
– Open de 'Smart Life'-software om het toestel te
selecteren (als u een mobiele telefoon gebruikt
om meer dan twee toestellen te bedienen, moet
u het te bedienen toestel selecteren);
– Tik op het te bedienen toestel. Het bedienings-
scherm van het toestel wordt weergegeven. De
'POWER'-knop in de linkerbenedenhoek van
het scherm van de mobiele telefoon geeft 'OFF'
aan.
• Als u op de schakelaar klikt, dan wordt op de
'POWER'-knop linksonder in het scherm van de
telefoon-app 'ON' weergegeven. De kleur op het
telefoonscherm wordt helderder, wat aangeeft dat
het toestel is ingeschakeld.
– Druk op de toetsen '+' of '-' om de gewenste
temperatuur in te stellen.
– Wanneer de ingestelde temperatuur hoger is
dan de omgevingstemperatuur, begint het toe-
stel te verwarmen; anders blijft het toestel in
standby-modus.
• Inschakelprogrammering:
– Open de 'Smart Life'-software om het te bedie-
nen toestel te selecteren.
– Tik op het te bedienen toestel en open de
bedienersinterface ervan. De 'POWER'-knop in
de linkerbenedenhoek van het scherm van de
mobiele telefoon geeft 'OFF' aan en het toestel
is uitgeschakeld.
– Klik op het timerpictogram, voeg een schakels-
cenario toe, stel de status van de schakelaar in
op 'ON', selecteer de inschakeltijd en -weekdag
in en de gewenste temperatuur (maximale
insteltemperatuur is 37°C) en klik op de 'SAVE'-
knop om de instellingen op te slaan.
• Uitschakelprogrammering:
– Open de 'Smart Life'-software om het te bedie-
nen toestel te selecteren.
– Tik op het te bedienen toestel en open de
bedienersinterface ervan.
– Klik op de 'POWER'-knop die 'ON' weergeeft.
– Klik op het timerpictogram, voeg een schakels-
cenario toe, stel de status van de schakelaar in
op 'OFF', selecteer de uitschakeltijd en -week-
dag in en klik op de 'SAVE'-knop om de instel-
lingen op te slaan.
Toestel delen:
– Open de bedienersinterface van het toestel. Klik
op 'MORE' in de rechterbovenhoek van de inter-
face en klik op het te delen toestel.
– Klik op 'Delen toevoegen' en voer het mobiele
telefoonnummer van het nieuwe lid in. Klik op
'Voltooien' wanneer u klaar bent. Klik op 'Toevoe-
gen' in de linkerbovenhoek om terug te keren
naar het 'Delen'-scherm van het te delen toestel.
70
Klik op 'MORE' in de linkerbovenhoek m terug te
keren naar de gebruikersinterface van het te
delen toestel.
Het delen van toestellen uitschakelen
– Open de 'Smart Life'-software en ga naar het
'Personal Center' om toegang te krijgen tot de
functie 'Toestel delen'.
– Verwijder de telefoonnummers van de leden die
het toestel niet meer mogen delen.
Wijziging van het WIFI-adres:
• Verwijder het toestel op de mobiele telefoon:
– Open de 'Smart Life'-software om het betref-
fende toestel te selecteren.
– Klik op het toestel waarvan u het WIFI-adres
wilt wijzigen en open de bedienersinterface
ervan.
– Klik op '...' rechtsboven in de bedieningsinter-
face.
– Klik op 'Toestel verwijderen' en vervolgens op
'OK' om het toestel te verwijderen;
– Een toestel handmatig verwijderen: Druk gedu-
rende 5 seconden op de 'SET'-knop om het toe-
stel direct te verwijderen.
• Toestel toevoegen:
– Toestel in een nieuwe draadloze LAN-omge-
ving invoeren.
– Schakel de mechanische schakelaar aan de
zijkant van het product in. Het indicatielampje
van het WIFI-pictogram gaat knipperen.
– Druk gedurende 5 seconden op het 'WIFI'-pic-
togram, het indicatielampje gaat knipperen.
– Open de 'Smart life'-software op de mobiele
telefoon om uw telefoonnummer in te voeren en
de verificatiecode te krijgen.
– Voer de verificatiecode in en klik op 'Inloggen'.
– Klik op 'Toestel toevoegen', selecteer 'Draad-
loos LAN', voer het WIFI-wachtwoord in, klik op
'OK' en maak verbinding met het toestel.
– Als het toevoegen van het toestel is geslaagd
stopt het WIFI-pictogram met knipperen en
gaat helder branden. De toevoeging van het
toestel is daarmee voltooid.
Toestelnaam wijzigen
– Klik op het toestel waarvan u de naam wilt wijzi-
gen en open de bedienersinterface ervan.
– Klik op '...' in de rechterbovenhoek van de bedie-
nersinterface en vervolgens op 'Toestelnaam
wijzigen'.
– Klik op 'Toestelnaam wijzigen' en voer de locatie
in om de toestellen met behulp van een individu-
ele naam te onderscheiden. Klik op 'Save' om de
wijziging te voltooien.
Aanwijzing: Als u de verwarming gedu-
rende lange tijd niet wilt gebruiken, haal dan
de stekker uit het stopcontact.
Problemen oplossen
Als uw verwarming niet werkt, volg dan deze instruc-
ties:
• Controleer de stroomonderbreker en/of de zeke-
ring van het stopcontact.
• Controleer dat de verwarming correct is aange-
sloten en dat het stopcontact goed werkt.