Publicité
– Accu in het laadstation plaatsen.
– Steek de stekker van het laadstation in
het stopcontact.
De laadstatus wordt weergegeven door de
controlelampjes (15).
– Accu in apparaat plaatsen en goed laten
inpassen.
Controleer het restvermogen van de
accu
– Druk de knop (13) in.
Het restvermogen van de accu wordt door de
controlelampjes (12) weergegeven.
Bediening
Vóór het starten controleren!
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Het
apparaat mag alleen in gebruik wor-
den genomen als er geen gebreken
gevonden zijn. Wanneer er een deel
defect is, moet het absoluut vóór het
volgende gebruik worden vervangen.
Controleer de veilige toestand van het appa-
raat:
– Controleer of er zichtbare defecten zijn.
– Controleer of alle onderdelen van het
apparaat stevig gemonteerd zijn.
Voorbereiding
Snijhoogte instellen
De snijhoogte kan op meerdere niveaus wor-
den ingesteld (snijhoogtes: ► Technische
gegevens – p. 118).
► P. 6, punt 9
– Hefboom (8) naar de zijkant trekken.
– Snijhoogte op gewenste waarde instellen
en hefboom weer laten vergrendelen.
– Draai de moer (7) los en verwijder het
voorwiel.
– Plaats het voorwiel terug op de gewenste
maaihoogte.
– De markering van het geselecteerde
asgat (26) moet overeenkomen met de
ingestelde maaihoogte op het achterwiel.
Opvangreservoir aanbrengen
► P. 6, punt 10
– Beschermingskap (4) optillen en vasthou-
den.
– Opvangreservoir (9) ophangen.
– Verzekeren dat het opvangreservoir veilig
is ingesloten.
Voorwiel instellen
► P. 6, punt 11
– Vergrendelknop (6) eruit trekken en naar
de gewenste positie draaien:
• Positie [ ]: star voorwiel voor maaien in
rechte banen
• Positie [ ]: stuurbaar voorwiel voor
maaien in banen met bochten
Apparaat inschakelen
Aanwijzing: Zonder stroomkringon-
derbreker kan het apparaat niet wor-
den ingeschakeld.
► P. 6, punt 12
– Stroomkringonderbreker (28) plaatsen
(op pasvorm letten)
► P. 6, punt 11
► P. 3, punt 1
– Inschakelblokkering (10) indrukken en
ingedrukt houden.
– Inschakelhefboom (1) trekken en vast-
houden.
– Inschakelblokkering loslaten.
• Het apparaat wordt met een vertraging
van ca. 2 seconden ingeschakeld.
Apparaat uitschakelen.
– Inschakelhefboom loslaten.
– Stroomkringonderbreker eruit trekken.
Maaien
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel! Vóór aanvang van de werk-
zaamheden het terrein controleren en
alle voorwerpen verwijderen die door
het apparaat weggeslingerd kunnen
worden.
– Apparaat met gelijkmatig langzame snel-
heid (stapvoets) in zo recht mogelijke
banen leiden.
Belangrijke aanwijzingen
• Altijd dwars op de helling werken.
• Indien mogelijk geen nat gazon snijden.
• Voor een gelijkmatig snijpatroon in over-
lappende banen maaien.
• Langere gazons eerst met grotere
snijhoogte voormaaien, vervolgens dwars
op de gewenste snijhoogte maaien.
► P. 6, punt 10
• Bij gesloten luchtklep (27) controleren of
de opvangzak vol is en evt. leegmaken.
NL
115
Publicité
