b) Stel de accu-packs niet bloot aan hoge temperaturen of
aan vuur. Er is sprake van explosiegevaar.
c) De accupacks mogen niet uit elkaar genomen, ineenge-
drukt, tot boven de 80 °C worden verhit of verbrand. Anders
bestaat er gevaar voor vuur, verbranding door bijtend zuur en
explosie.
d) Voorkom dat er vocht binnendringt. Binnengedrongen vocht
kan kortsluiting veroorzaken en brandwonden of brand tot
gevolg hebben.
e) Gebruik uitsluitend de voor uw apparaat goedgekeurde
accu-packs. Bij het gebruik van andere accu-packs of het
gebruik van accu-packs voor andere doeleinden is er kans op
brand en explosie.
nl
f)
Neem de bijzondere richtlijnen voor het transport, de
opslag en het gebruik van Li-Ion accu-packs in acht.
g) Haal het accu-pack ingeval van opslag en transport uit het
apparaat.
h) Voorkom kortsluiting van het accupack. Controleer al-
vorens het accupack in het apparaat te plaatsen of de
contacten van het accupack en van het apparaat vrij zijn.
Worden contacten van een accupack kortgesloten, dan be-
staat het risico van vuur, verbranding door bijtend zuur en
explosie.
i)
Beschadigde accu-packs (bijvoorbeeld met scheuren, ge-
broken onderdelen, verbogen, ingedrukte en/of uitgetrok-
ken contacten) mogen niet geladen en ook niet meer ge-
bruikt worden.
j)
Als het accupack te heet is om aan te raken, kan het defect
zijn. Zet het apparaat op een niet-brandbare plaats met
voldoende afstand tot brandbaar materiaal, waar het ge-
observeerd kan worden en laat het afkoelen. Neem contact
op met de Hilti-service als het accupack afgekoeld is.
5.3.4 Elektrische veiligheid
Controleer het werkgebied voordat u begint te werken op
verdekt liggende elektrische leidingen, gas- en waterleidingen,
bijv. met een metaaldetector. Externe metalen delen van het
apparaat kunnen onder spanning komen te staan als u per ongeluk
bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een ernstig
gevaar van een elektrische schok.
5.3.5 Werkgebied
a) Zorg voor een goede verlichting van het werkgebied.
b) Zorg voor een goede ventilatie van de werkomgeving.
Slecht geventileerde werkruimtes kunnen als gevolg van de
stofbelasting schadelijk zijn voor de gezondheid.
5.3.6 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
De gebruiker en personen die zich in de buurt bevinden, moe-
ten tijdens het gebruik van het apparaat een geschikte veilig-
heidsbril, een helm, oorbeschermers, werkhandschoenen en
een licht stofmasker dragen.
98
Printed: 05.09.2013 | Doc-Nr: PUB / 5071588 / 000 / 01