Publicité
ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING / MODE D'EMPLOI ORIGINAL
VREEMDE VOORWERPEN
• Gebruik de trampoline niet als er voorwerpen zich op
de trampoline bevinden. Houd géén voorwerpen in de
hand en plaats géén voorwerpen op de trampoline als
deze in gebruik is. Plaats de trampoline niet onder
overhangende objecten zoals boomtakken, draden etc.
Dit vergroot de kans op letsel.
• Verwijder voordat je gaat springen alle scherpe
voorwerpen uit je kleding. Scherpe voorwerpen moeten
altijd uit de buurt van de trampoline gehouden.
WEERSOMSTANDIGHEDEN
• Let op de weersomstandigheden bij het gebruik van de
trampoline. Als de mat nat is kun je uitglijden en
jezelf bezeren. Ook bij teveel wind kun je de controle
verliezen.
• Bij hoge windsnelheden kan de trampoline om ver
geblazen, omklappen, het doek van de trampoline
worden losgetrokken of anderzijds beschadigen. Als dit
soort weer wordt verwacht moet de trampoline naar
een beschutte omgeving geplaatst worden of gedemon-
teerd worden. Een andere oplossing is om de trampoli-
ne met touwen aan de grond te verankeren vanaf de
mat. Om de veiligheid te waarborgen moeten er zeker
5 scheerlijnen bevestigd worden. Bevestig de scheerlij-
nen niet alleen aan de palen van de trampoline omdat
de kans bestaat dat deze dan van het frame worden
losgetrokken.
TOEZICHT
• Zorg ervoor dat er altijd toezicht wordt gehouden
wanneer de trampoline in gebruik is. Laat kinderen
nooit zonder toezicht op de trampoline springen.
TIPS RISICO VERMINDERING
Om het risico op letsel of ongevallen te verminderen
moeten trampoline gebruikers:
•
Altijd volledige controle hebben over hun sprongen en
lichaamshouding.
•
Niet proberen om sprongen te maken die boven hun
competentieniveau liggen.
•
Hun sprongen beheersen door in het midden van de
trampoline te springen en landen.
•
Altijd verticaal springen en nooit in de richting van
de veren springen.
•
Alleen andere sprongen, buiten de basis sprongen, te
proberen onder begeleiding van een professionele
trampoline inspecteur.
Om risico op letsel of ongevallen te verminderen moet de
toezichthouder:
Handson, Postbus 100 3830 AC Leusden, Nederland / Pays-Bas
• Volledige kennis hebben van alle veiligheidsregels en
deze ook handhaven.
• Trampolinegebruikers adviseren over wat ze goed en
fout doen ten behoeve van hun veiligheid.
• Trampolinegebruikers bewust maken van alle veilig-
heidswaarschuwingen.
SPRINGEN
1] Raak eerst vertrouwd met de trampoline en ontdek
hoeveel veerkracht er ontstaat bij elke sprong. Begin met
rustig springen. Richt je aandacht op techniek en
lichaamshouding tot je elke vaardigheid correct beheerst.
2] Leer eerst de techniek om te stoppen met springen
voordat je probeert hoger te springen. De techniek
helpt om letsel te voorkomen als je de controle dreigt
te verliezen
3] Houd bij het landen je knieën gebogen om te stoppen
en de vering van de mat te absorberen. Zie fig.
4] Deze techniek dient om te stoppen meet springen
vanwege vermoeidheid, verlies van controle etc.
SALTO'S
• Maak geen salto's (achterwaarts of voorwaarts) op
deze trampoline. Als het fout gaat kun je op je hoofd of
nek landen. Met een groot risico op een gebroken nek
of rug wat kan resulteren in verlamming of overlijden.
BASISTECHNIEKEN
DE BASISSPRONG
Zie fig.
.
A
• Begin staand met de voeten zo ver uit elkaar als de
schouders breed zijn, hoofd recht en ogen op de
trampolinemat gericht.
• Zwaai je armen naar voren en omhoog boven je hoofd
in een cirkelbeweging.
• Breng armen en voeten samen in de stand "midden in
de lucht" en wijs naar je tenen.
• Land op de mat met de voeten zo breed uit elkaar als
de schouders (gelijk aan de startpositie).
• Ga verder met de volgende oefening als je dit voldoen-
de beheerst.
DE KNIESPRONG
Zie fig.
.
B
• Start met een lage basissprong.
• Land op de knieën met schouderbreedte. Houd je rug
recht en houd je armen aan de zijkant of naar voren
om je balans te bewaren.
.
A
22
Publicité
