• Raadpleeg bij twijfel eventueel een arts om vooraf na
te gaan of je fysiek in staat bent de trampoline te
gebruiken.
• Zorg er altijd voor dat een tweede persoon toezicht
houd tijdens gebruik van de trampoline, ongeacht het
ervaringsniveau van de gebruiker.
• Stop direct met het gebruik van de trampoline als je je
niet goed voelt, of pijnlijke spieren of gewrichten
krijgt. Duizeligheid duidt op vermoeidheid en is een
teken dat je moet stoppen met springen en eventueel
moet gaan liggen tot de duizeligheid voorbij is.
• Draag bij gebruik van de trampoline geschikte kleding,
bij voorkeur sportkleding en sokken.
• De trampoline is voorzien van veren die het mogelijk
maken om hoger te springen dan normaal op de grond,
denk hieraan en spring in het begin nooit te hoog.
• Met het oog op je veiligheid en de levensduur van de
trampoline bevat de handleiding aanwijzingen voor
montage, verzorging en onderhoud, alsmede waarschu-
wingen, veiligheid tips en een beschrijving van de
juiste springtechnieken. Alle gebruikers en toezicht-
houders moeten deze aanwijzingen daarom hebben
gelezen. Alle gebruikers moeten zich bewust zijn van
hun eigen beperkingen met betrekking tot hun vaar-
digheden op de trampoline.
• Gebruik de trampoline niet nadat je alcohol of verdo-
vende middelen hebt gebruikt. Dit is buitengewoon
gevaarlijk omdat hierdoor je beoordelingsvermogen,
coördinatie en/of reactietijd nadelig kunnen worden
beïnvloed.
• Leer en herhaal altijd de basistechnieken en beheers
alle typen sprongen voordat je moeilijker oefeningen
gaat doen.
• Buig tijdens het landen je knieën om het springen te
stoppen.
• Behoud altijd de beheersing als je op de trampoline
springt. Een beheerste sprong is een sprong waarbij je
op dezelfde plaats landt als waar je bent vertrokken.
Als je op enige moment denkt de beheersing te
verliezen stop dan, op een veilige manier, direct met
springen.
• Spring niet te hoog gedurende langere perioden. Houd
je ogen op de mat gericht om in controle te blijven. Als
je dit niet doet kan je jouw evenwicht verliezen.
• Wees voorzichtig bij het betreden en verlaten van de
trampoline. Stap niet op de trampoline door de afdek-
ring beet te pakken, op de veren te stappen of vanaf
een object (zoals ladder of balkon) op de mat te
springen. Kleine kinderen hebben mogelijk hulp nodig
bij het betreden en verlaten van de trampoline.
• Gebruik de trampoline nooit zonder veiligheidsnet.
• Gebruik alleen de rits als ingang naar de trampoline.
Handson, Postbus 100 3830 AC Leusden, Nederland / Pays-Bas
ART. 134978 / 134979 / 134980
• Hang niet aan, schop of klim niet op het veiligheidsnet.
MONTAGE
Zie fig. stap
t/m
.
1
9
GEBRUIK
Deze trampoline is ontworpen voor een bepaalde
gewichtsklasse en gebruiksintensiteit. Zorg altijd dat
slechts één persoon tegelijk de trampoline gebruikt.
Ook mag deze persoon niet meer wegen dan hierboven
aangegeven. Springers moeten sokken of speciale gym-
schoenen dragen tijdens het gebruik van de trampoline of
op blote voeten springen. Gebruik géén reguliere straat- of
(sport)schoenen op de trampoline.
Om beschadiging te voorkomen géén huisdieren op de
trampolinemat toelaten.
Controleer de trampoline voor gebruik altijd op versleten,
beschadigde of ontbrekende onderdelen. In een aantal
situaties kan de kans op letsel toenemen. Let daarom op:
• Gaten of scheuren in de trampolinemat.
• Uitgezakte trampolinemat.
• Los stiksel of elke andere beschadiging van de mat.
• Gebogen of gebroken frame delen zoals het onderstel
• Gebroken, ontbrekende of beschadigde veren
• Beschadigde, ontbrekende of onveilig gemonteerde
afdekring.
• Alle soorten uitsteeksels (in het bijzonder scherpe) op
frame, veren of mat.
Als er enige sprake is van een van bovengenoemde
situaties of als je denkt dat mogelijk letsel kan ontstaan
voor gebruikers, demonteer de trampoline dan of neem
maatregelen zodat de trampoline niet gebruikt kan
worden tot de situatie is opgelost.
21