nld
Vertaling van de originele handleiding
Fig. 1 – 3
1 Glijrollendrager onder
2 Glijrollendrager boven
3 Buigaandrijving
4 Bout
5 Borgveer
6 Glijrollen
7 Buigsegment
8 Aandrukhendel
Algemene veiligheidsinstructies
VOORZICHTIG
Lees deze instructies vóór u het gereedschap in gebruik neemt en neem ze vervol-
gens in acht.
Bij het gebruik van gereedschap dienen ter bescherming tegen verwondingen de
algemene veiligheidsinstructies in acht te worden genomen.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen voor latere raadpleging.
Gebruik het gereedschap uitsluitend in overeenstemming met het beoogde gebruik
en met inachtneming van de algemene veiligheids- en ongevalpreventievoorschriften.
1) Houd uw werkplek ordelijk
Wanorde op de werkplek kan tot ongevallen leiden.
2) Gebruik het juiste gereedschap
Gebruik voor zwaar werk geen gereedschap met zwak vermogen.
Gebruik het gereedschap niet voor toepassingen waarvoor het niet bedoeld is.
3) Controleer het gereedschap op eventuele beschadigingen
Voor elk gebruik van het gereedschap dienen licht beschadigde onderdelen
zorgvuldig te worden onderzocht op hun vlekkeloze en correcte werking in
overeenstemming met de bepalingen. Controleer of de beweeglijke onderdelen
vlekkeloos functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn. Alle onderdelen
moeten correct gemonteerd zijn en aan alle voorwaarden voldoen, om het
vlekkeloze bedrijf van het gereedschap te garanderen. Beschadigde onderdelen
moeten vakkundig door een erkende vakman worden gerepareerd of vervangen,
tenzij in de gebruiksaanwijzing anders is aangegeven.
4) Wees aandachtig
Let op wat u doet. Werk met verstand.
5) Overbelast uw gereedschap niet
U werkt beter en veiliger in aangegeven werkbereik.
Vervang versleten gereedschap tijdig.
6) Draag geschikte werkkleding
Draag geen wijde kleding of sieraden, die door bewegende onderdelen kunnen
worden gegrepen. Bij werkzaamheden in de openlucht zijn rubberen hand-
schoenen en schoenen met antislipzolen aan te bevelen. Draag bij lang haar
een haarnet.
7) Gebruik beschermingsmiddelen
Draag een veiligheidsbril.
Draag veiligheidshandschoenen.
8) Vermijd een abnormale lichaamshouding
Zorg ervoor dat u stabiel staat en te allen tijde uw evenwicht kunt bewaren.
9) Onderhoud uw gereedschap zorgvuldig
Houdt de gereedschappen schoon, om beter en veiliger te kunnen werken.
Volg de onderhoudsvoorschriften en aanwijzingen op. Houd handgrepen droog
en vrij van vet en olie.
10) Houd rekening met milieu-invloeden
Stel uw gereedschap niet aan regen bloot.
Zorg voor een goede verlichting.
11) Houd andere personen op een afstand
Laat andere personen niet aan uw gereedschap komen. Houd andere personen
en met name kinderen uit de buurt van uw werkplek.
12) Gebruik voor uw eigen veiligheid en voor de correcte werking van het
gereedschap alleen origineel toebehoren en originele reserveonderdelen.
Het gebruik van andere werktuigen en accessoires kan tot verwondingsgevaar
voor u leiden.
13) Laat uw gereedschap door een erkend vakman repareren
Dit gereedschap voldoet aan de desbetreffende veiligheidsbepalingen. Repa-
ratiewerkzaamheden mogen alleen door een erkend vakman of opgeleid persoon
worden uitgevoerd met behulp van originele reserveonderdelen, anders kan
voor de gebruiker het risico van ongevallen ontstaan. Elke eigenmachtige
verandering aan het gereedschap is vanwege veiligheidsredenen verboden.
Speciale veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING
Bij het buigen niet tussen buis en buigsegment komen. Pletgevaar!
Beoogd gebruik
WAARSCHUWING
ROLLER'S Convex voor koud drukbuigen van buizen t/m 90° gebruiken.
Alle andere toepassingen zijn niet doelgericht en daarom niet toegestaan.
9 Schroefsluiting
10 Terugloopventiel
11 Hoekmarkering
12 Markering voor maatnauwkeurig
buigen
13 Voet
14 Schaalverdeling
Symboolverklaring
Lees de handleiding vóór de ingebruikname
CE-conformiteitsmarkering
1. Technische gegevens
1.1. Artikelnummers
Buigaandrijving
Hydrauliekolie (1,0 l)
Buigsegment St ⅜", R 50 mm
Buigsegment St ½", R 65 mm
Buigsegment St ¾", R 85 mm,
Buigsegment St 1", R 100 mm
Buigsegment St 1¼", R 150 mm
Buigsegment St 1½", R 170 mm
Buigsegment St 2", R 220 mm
Buigsegment V 32 mm, R 112 mm
Buigsegment V 40 mm, R 140 mm
Buigsegment V 50 mm, R 175 mm
Buigsegment V 63 mm, R 220 mm
Glijrollen (paar)
3-poot-onderstel
Transportkist
1.2. Werkbereik
Stalen buizen DIN EN 10255 (DIN 2440)
Meerlagen buizen van persfittingsystemen
Grootste buighoek
Buigradius St / V (fig. 2) aan de binnenkant van de bocht.
1.3. Werkdruk
P max.
1.4. Afmetingen L × B × H
Buigaandrijving
3-poot-onderstel
1.5. Gewichten
Buigaandrijving
3-poot-onderstel
Buigsegmenten van – tot
1.6. Geluidsinformatie
Werkplek gerelateerde emissiewaarde
2. Ingebruikname
Buigaandrijving (3) op een vaste, vlakke ondergrond plaatsen. Erop letten, dat
er voldoende plaats voor de kompleet gemonteerde pijpenbuiger en de te
buigen buis is. Glijrollendrager onder (1) zo in de onderste groef van de
buigaandrijving (3) zetten, dat de voeten (13) naar beneden wijzen en de bout
(4) ingestoken kan worden. Bout (4) met borgveer (5) borgen. Glijrollendrager
boven (2) zo in de bovenste groef van de buigaandrijving (3) zetten, dat de
beschrifting leesbaar is, met bout (4) bevestigen, bout met borgveer (5) borgen.
Glijrollen (6) overeenkomstig de buisdiameter, zie schaalverdeling (14), in de
boringen tussen de glijrollendragers (1 en 2) plaatsen. Het buigsegment (7)
overeenkomstig de buisdiameter op de buigaandrijving (3) plaatsen. Aandruk-
hendel (8) op de buigaandrijving (3) steken. Schroefsluiting (9) ca. 1 omwente-
ling openen. De schroef van het terugloopventiel (10) door indraaien sluiten
en handvast aandraaien.
3. Werking
Bovenste glijrollendrager (2) openklappen. Buis tussen glijrollen (6) en het
buigsegment (7) leggen. Bovenste glijrollendrager (2) dichtklappen. Aandruk-
hendel (8) meerdere malen op en neer bewegen totdat de buis de gewenste
buighoek bereikt heeft. Schroef van het terugloopventiel (10) door terugdraaien
openen, het buigsegment (7) loopt samen met de buisbocht naar de beginpo-
sitie terug. Bovenste glijrollendrager (2) openklappen en de gebogen buis
uitnemen.
Op maat buigen (Fig. 2)
Op de buitenzijde van de buigsegmenten (7) zijn 2 markeringen (12) aange-
bracht, die maatnauwkeurig buigen mogelijk maken. Hiervoor moet de maat-
streep, waar de 90° bocht op moet houden, op het midden van de markering
(12) aangelegd worden.
Ter oriëntering van de buighoek is op de glijrollendrager boven (2) een hoek-
markering (11) aangebracht.
LET OP
Om de functieveiligheid te waarborgen en om lekkende hydrauliekolie te
vermijden, moet na beëindiging van het buigen en voor transport van de
buigaandrijving de schroefsluiting (9) gesloten worden.
4. Onderhoud
Hydrauliekolie controleren (fig. 3). Niet overvullen, omdat er dan bij het werken
hydrauliekolie uitloopt.
590000
091026
590051
590052
590053
590054
590055
590056
590057
590061
590058
590059
590060
590110
590150
590160
Ø ⅜ – 2"
Ø 32 – 63 mm
400 bar / 5800 psi
655 × 680 × 620 mm (25,8" × 26,8" × 24,4")
650 × 630 × 525 mm (25,6" × 24,8" × 20,7")
35,0 kg (77,2 lb)
4,6 kg (10,1 lb)
0,4 – 4,9 kg (0,9 – 10,8 lb)
70 dB (A)
nld
90°