Oorzaken van schade
Attentie!
Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de
■
binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de
binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type
dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er
ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en
braadtijden kloppen niet meer en het email wordt
beschadigd.
Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
■
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
■
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email
raakt dan beschadigd.
Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet
■
te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat
Uw nieuwe oven
Hier maakt u kennis met uw nieuwe oven. We leggen u de
werking van het bedieningspaneel en de afzonderlijke
Bedieningspaneel
Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De
uitvoering hangt van het type apparaat af.
Verklaringen
1
Functiekiezer
2
Bedieningstoetsen en weergaveveld
3
Temperatuurkeuzeknop
Schakelaars
De schakelaars kunnnen in de uit-stand worden ingedrukt. Om
in en uit te schakelen op de schakelaar drukken.
64
druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
■
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de
deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van
aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild,
■
dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed.
De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden
beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.
Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
■
niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan
hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur
plaatsen.
Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel
■
kunnen de toebehoren krassen geven op de deur.
Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.
Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
■
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.
bedieningselementen uit. U krijgt informatie over de
binnenruimte en de toebehoren.