Installatie- en
onderhoudshandleiding
Inhoudsopgave
1
Veiligheid.......................................................... 106
1.1
Reglementair gebruik......................................... 106
1.2
Algemene veiligheidsinstructies ........................ 106
1.3
Voorschriften (richtlijnen, wetten, normen) ........ 107
2
Aanwijzingen bij de documentatie ................. 108
2.1
Documenten ...................................................... 108
2.2
Geldigheid van de handleiding .......................... 108
2.3
Verdere informatie ............................................. 108
3
Productbeschrijving ........................................ 108
3.1
Warmtepompsysteem........................................ 108
3.2
Beschrijving van het product ............................. 108
3.3
Koelbedrijf.......................................................... 108
3.4
Fluistermodus .................................................... 108
3.5
Werkwijze van de warmtepomp......................... 108
3.6
Opbouw van het product ................................... 109
3.7
Gegevens op het typeplaatje ............................. 110
3.8
Aansluitingssymbolen ........................................ 111
3.9
Waarschuwingssticker ....................................... 111
3.10
CE-markering..................................................... 111
3.11
Toepassingsgrenzen ......................................... 111
3.12
Ontdooimodus ................................................... 112
3.13
Veiligheidsinrichtingen ....................................... 112
4
Beschermingsbereik ....................................... 112
4.1
Beschermingsbereik .......................................... 112
4.2
Uitvoering van de condensafvoer ...................... 114
5
Montage ............................................................ 115
5.1
Leveringsomvang controleren ........................... 115
5.2
Product transporteren ........................................ 115
5.3
Afmetingen......................................................... 115
5.4
Minimumafstanden in acht nemen..................... 116
5.5
Voorwaarden voor het montagetype ................. 116
5.6
Opstelplaats kiezen ........................................... 116
5.7
Montage en installatie voorbereiden.................. 117
5.8
Fundament plannen........................................... 117
5.9
Fundering maken............................................... 118
5.10
Werkveiligheid garanderen ................................ 118
5.11
Product opstellen ............................................... 118
5.12
Condensafvoerleiding aansluiten ...................... 119
5.13
Beschermingswand opstellen............................ 120
5.14
Manteldelen demonteren/monteren................... 120
6
Hydraulische installatie................................... 121
6.1
Installatiemethode directe verbinding of
systeemscheiding .............................................. 121
6.2
Waarborging van de minimale
circulatiewaterhoeveelheid ................................ 121
6.3
Vereisten aan hydraulische componenten ........ 121
6.4
Hydraulische installatie voorbereiden................ 121
6.5
Buisleidingen naar product installeren............... 121
104
6.6
Buisleidingen op het product aansluiten............ 122
6.7
Hydraulische installatie afsluiten ....................... 122
6.8
Optie: product op een zwembad aansluiten ...... 122
7
Elektrische installatie ...................................... 122
7.1
Elektrische installatie voorbereiden ................... 123
7.2
Vereisten aan de netspanningskwaliteit ............ 123
7.3
Vereisten aan elektrische componenten ........... 123
7.4
Eisen aan de eBUS-leiding................................ 123
7.5
Elektrische scheidingsinrichting......................... 123
7.6
Componenten voor functie blokkering
energiebedrijf installeren ................................... 123
7.7
Afdekking van de elektrische aansluitingen
demonteren........................................................ 123
7.8
Elektrische leiding afstrippen ............................. 124
7.9
Stroomvoorziening tot stand brengen,
1~/230V ............................................................. 124
7.10
eBUS-leiding aansluiten .................................... 124
7.11
Maximaalthermostaat aansluiten....................... 125
7.12
Toebehoren aansluiten ...................................... 125
7.13
Afdekking van de elektrische aansluitingen
monteren............................................................ 125
8
Ingebruikname ................................................. 125
8.1
Vóór het inschakelen controleren ...................... 125
8.2
Product inschakelen .......................................... 125
8.3
Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren ............................. 125
8.4
CV-circuit vullen en ontluchten .......................... 126
8.5
Beschikbare restopvoerdruk .............................. 126
9
Overdracht aan de gebruiker.......................... 127
9.1
Gebruiker instrueren .......................................... 127
10
Verhelpen van storingen................................. 127
10.1
Foutmeldingen ................................................... 127
10.2
Andere storingen ............................................... 127
11
Inspectie en onderhoud .................................. 127
11.1
Inspectie en onderhoud voorbereiden ............... 127
11.2
Werkschema en intervallen in acht nemen........ 127
11.3
Reserveonderdelen aankopen .......................... 127
11.4
Onderhoudswerkzaamheden uitvoeren............. 127
11.5
Inspectie en onderhoud afsluiten....................... 128
12
Reparatie en service........................................ 128
12.1
Reparatie- en servicewerkzaamheden aan
het koudecircuit voorbereiden ........................... 128
12.2
Koudemiddel uit het product verwijderen .......... 129
12.3
Component van het koudemiddelcircuit
demonteren........................................................ 130
12.4
Component van het koudemiddelcircuit
monteren............................................................ 130
12.5
Product met koudemiddel vullen ....................... 130
12.6
Reparatie- en servicewerkzaamheden
afsluiten ............................................................. 130
13
Uitbedrijfname.................................................. 130
13.1
Product tijdelijk buiten bedrijf stellen ................. 130
13.2
Product definitief buiten bedrijf stellen............... 131
14
Recycling en afvoer......................................... 131
14.1
Verpakking afvoeren.......................................... 131
14.2
Koudemiddel afvoeren....................................... 131
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020297942_05