mingskabel aan de onderkant van de buis en bevestig de verwarmingskabel in afstanden van max. 200 mm met PVC-isolatieband
aan de buis. (Afb. 7). De thermostaat en de hele verwarmingskabel moeten contact maken met de buis en er strak tegenaan zitten.
De verwarmingskabel mag niet rond de buis worden gewikkeld.
Alleen een eventueel uitstekend deel wordt aan het einde rond de buis gewikkeld.
Gevaar!
• U mag geen riemen of metalen verbindingen gebruiken om de verwar-
mingskabel te fixeren.
• Gebruik voor de bevestiging altijd een hoogwaardige isolatietape (PVC-
band) met een temperatuurbestendigheid van minimaal 80 °C. Andere
tapes kunnen door de normale kabelbedrijfstemperaturen vervormd raken,
zodat dit tot oververhitting, brand of een elektrische schok kan leiden.
• Als het eindstuk van de verwarmingskabel rond de buis wordt gewikkeld,
moet de afstand tussen de wikkelingen minimaal 50 mm bedragen. (Afb. 8)
• De verwarmingskabel mag op geen enkele plek zichzelf of een andere
verwarmingskabel raken! (Afb. 3)
10. Om de vorstbeveiliging bij extreem koud weer te waarborgen, resp. voor de
minimalisering van het energieverbruik, moeten de buis en de verwarmings-
kabel worden geïsoleerd. De buis / verwarmingskabel kan met een niet-
brandbare isolatie van minerale wol of schuimstof worden geïsoleerd (afb. 9).
Gevaar!
• Brandgevaar! Er mag uitsluitend niet-brandbare buisisolatie worden gebruikt. (Afb. 11)
• De isolatie mag niet dikker zijn dan 13 mm. Een bovenmatige isolatie van de verwarmingskabel resulteert in oververhitting.
De op de buis/verwarmingskabel bevestigde isolatie moet ook in dezelfde dikte op de thermostaat worden aangebracht. Zo wordt gewaar-
borgd dat in alle buisdelen dezelfde temperatuur wordt gehandhaafd. (Afb. 10)
11. De isolatie moet met een aanvullende, waterdichte ommanteling worden beschermd die spiraalvormig over de isolatie wordt ge-
plaatst om het binnendringen van vocht te voorkomen.
4. Bediening
Voor de ingebruikname moet de stekker op een stopcontact worden aangesloten.
Voor het uitschakelen, moet de stekker van het stopcontact worden losgekoppeld.
5. Onderhoud en instandhouding
Voor elke ingebruikname moet de verwarmingskabel worden gecontroleerd. De verwarmingskabel en de verbinding met het stopcontact
moeten op tekenen van schade worden geïnspecteerd en de correcte werking van de stroomvoorziening moet worden gecontroleerd.
De verwarmingskabel mag niet meer worden gebruikt en moet worden verwijderd als het doorkliefd of beschadigd is, in water werd
ondergedompeld, er tekenen voor verkolen of scheurvorming te zien zijn of als de kabel om een andere reden beschadigd is. De ver-
warmingskabel moet ook worden gecontroleerd op bijtsporen van dieren en binnengedrongen vreemde voorwerpen zoals splinters. De
verwarmingskabel bevat geen onderdelen die kunnen worden gerepareerd.
6. Declaración de conformidad CE
Por la presente, la empresa Albert KERBL GmbH declara que el producto/aparato descrito en estas instrucciones cumple
con los requisitos esenciales, así como con las demás disposiciones y directivas correspondientes. El marcado CE certifi-
ca el cumplimiento de las directivas de la Unión Europea.
7. Elektrisch afval
De correcte afvoer van het toestel na werkzaamheid ligt bij de eigenaar. Volg de toepasselijke voorschriften van uw land op. Het toestel
mag niet met het huisvuil worden weggevoerd. In het kader van de EU-richtlijn over het afvoeren van elektrische en elektronische oude
toestellen wordt het teostel bij de communale verzamelplaatsen of containerparken gratis aangenomen of kan het naar gespecialise-
erde handelaars die een terugnameservice aanbieden, worden teruggebracht. De correcte afvoer is ter bescherming van het milieu en
verhindert mogelijke schadelijke effecten op mens en milieu.
Afb. 3
Minimale afstand wikkeling > 5 cm
33
5 cm