3.4 OMGANG MET HET APPARAAT
Houd u aan de "Bijzondere aanwijzingen" in punt 1 van
deze handleiding.
Plaats het op goede werking geteste, bedrijfsklare ap-
paraat op het werkstuk en schiet een niet.
Probeer steeds met de laagste luchtdruk te werken. Dat
heeft voor u drie belangrijke voordelen:
1. U spaart energie.
2. U verlaagt het geluidsniveau.
3. U beperkt de slijtage van de nietmachine.
Probeer niet te schieten als het magazijn leeg is. Koppel
een defecte of niet storingvrij werkende nietmachine
direct los van de persluchtbron en laat ze controleren
door een vakkundige.
Als u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken (pauze
of werk voltooid) moet u het loskoppelen van de per-
sluchtbron en indien mogelijk het magazijn leegmaken.
Bescherm de luchtdrukaansluitingen van de nietma-
chine en de slangen tegen vervuiling.
Het binnendringen van grof stof, spanen, zand etc. leidt
tot verstopping en beschadiging van de nietmachine.
Bescherm het apparaat tegen vocht.
3.5 INSLAGVERSTELLING
Het apparaat is bij aflevering zó ingesteld, dat de bevesti-
gingsmiddel bij de nodige luchtdruk vlak ingeslagen
wordt. Als de bevestigingsmiddel te diep wordt ingesla-
gen, dan dient de juiste lagere druk ingesteld te worden.
Alleen als dit niet voldoende is of als na het slijpen van
de slagpenpunt de slagpen korter is geworden, dan moet
er nageregeld worden. De verstelling kan alleen in druk-
vrije toestand worden uitgevoerd.
Daarom ontkoppel het apparaat van de toevoerslang.
3.6 GESCHIKTE SPIJKERS
Wij adviseren voor ons spijkerapparaat machinespijkers
te gebruiken, omdat deze door hun zuivere uitvoering
hiervoor het best geschikt zijn. Desgewenst kan een
geschikte producent opgegeven worden. Ontoelaatbaar
zijn spijkers met normaal gestuikte, onregelmatige en
onronde koppen. Spijkers met diepe groeven of ribbels
moeten vermeden worden.
Andere spijkersoorten, bijv. schroefspijkers, ringspijkers,
geharpoeneerde en spijkerschroeven, kunnen naar
gelang maat, hout en beschikbare luchtdruk niet steeds
met het apparaat verwerkt worden. Vergeet niet dat elke
slechte spijker storingen kan veroorzaken.
3.7 OMKRAMMEN
Deze
methode
wordt
gebruikt om bijzonder duur-
zame
verbindingen
maken (kisten, hekwerken).
Kies de spijkerlengte ca.
10 – 15 mm groter dan de
dikte van het werkstuk. Leg
het werkstuk op een tafel
die met een staalplaat is
afgedekt, en plaats het
apparaat op het werkstuk onder een hoek van 45 en druk
het stevig aan. De spijker wordt door het werkstuk gesla-
gen en aan de onderkant omgebogen.
te
˚
45
4. ONDERHOUD
Koppel het apparaat los van de toevoerslang.
Bij het aankoppelen mogen er zich geen bevestigings-
middelen in het apparaat bevinden.
Houd het apparaat steeds schoon. Reinig het en olie de
bewegelijke delen wekelijks.
Het apparaat is van een speciaal vet voorzien, zodat er
tussen de normale onderhoudsbeurten geen smering
nodig is. Als u de cilinderloopvlakken slechts zo nu en
dan wilt invetten, kunt u bijkomend smeren met de olie-
nevelaar van de conditioneringseenheid of met een lei-
dingsmeerapparaat.
U dient het apparaat na ca. 100.000 slagen en minstens
1 x per jaar door een vakman te laten testen, om de
goede werking van het apparaat te verzekeren. De start-
beveiliging/veiligheidsbeugel moet steeds licht lopen.
Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor het verkleuring, vervormingen en
barsten worden veroorzaakt.
Geluidsniveau
De typisch, A-gewogen geluidsniveaus vastgesteld vol-
gens EN792:
Geluidsdrukniveau (
Geluidsenergie-niveau (
Onnauwkeurigheid (K): 2,5 dB (A)
Draag oorbeschermers
Trilling
De emissiewaarde van de trillingen vastgesteld volgens
EN792:
Trillingsemissie (a
h
Onnauwkeurigheid (K): 1,26 m/s
• De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten vol-
gens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt
om dit gereedschap te vergelijken met andere gereed-
schappen.
• De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstell-
ing.
WAARSCHUWING:
• De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
• Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getrof-
fen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd
op een schatting van de blootstelling onder praktijkom-
standigheden (rekening houdend met alle fasen van de
bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het
gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait,
naast de ingeschakelde tijdsduur).
): 90,0 dB (A)
L
pA
): 94,4 dB (A)
L
WA
2
): 2,52 m/s
2
ENG905-1
ENG904-1
ENG901-1
25