4.2 DRAAGSYSTEEM
BLACK DIAMOND raadt het gebruik aan van het meegeleverde
draagsysteem (3A). Draag de pieper, om het scherm te
beschermen, met het scherm naar binnen gericht (3B) terwijl de
zendcontrole-led (1G) zichtbaar (3C) is. Bevestig het apparaat via
het koordgat (1I) met het meegeleverde koord (3D).
GEVAAR
Gevaar voor verlies van het apparaat
Draag het apparaat altijd in het meegeleverde draagsysteem! Bevestig het apparaat altijd
met een koord!
4.3 INSCHAKELEN | ZELFCONTROLE| ZENDMODUS
WAARSCHUWI
Ondanks een uitgebreide zelfcontrole is het voor elke tocht verplicht een controle in
piepermodus (ZEND-controle en ZOEK-controle) uit te voeren! Elk lid van de groep moet
NG
controleren of zowel de ZEND- als de ZOEK-modus correct werken.
Inschakelen: Schuif de schakelvergrendeling (1C) weg van de schakelaar (1B) en draai de schakelaar (1B) rechtsom
in de stand ZENDEN. Laat de schakelvergrendeling (1C) los. Controleer of de schakelvergrendeling (1C)
geactiveerd is en of de schakelaar in positie is vergrendeld.
GEVAAR
Gevaar voor verkeerde schakelaarstand
Controleer altijd fysiek of de schakelaar goed is vergrendeld in de stand: 'ZENDEN'. De
schakelaar (1B) mag niet kunnen draaien, tenzij de schakelvergrendeling (1C) niet
geactiveerd is.
Het scherm toont de firmwareversie, batterijcapaciteit, voortgang zelfcontrole (4A), resultaat zelfcontrole (4B),
aftelling groepscheck (4C) en tenslotte het zendscherm met de actieve zendantenne (4D).
Het apparaat staat nu in zendmodus, de zendcontrole-led (1G) knippert.
KENNISGEVING Er moet tijdens de zelftest een minimale afstand van 5 m. tot andere apparaten en alle
elektronische, magnetische en metalen interferentiebronnen worden gehandhaafd.
Als de zelftest geslaagd is, verschijnt "OK" op het scherm (4B). Als het apparaat een waarschuwing geeft, klinkt er
een waarschuwingssignaal en laat het scherm "E" zien in combinatie met een cijfer (4E). Raadpleeg voor de
foutcodes hoofdstuk 6.1.
Manual BLACK DIAMOND RECON LT
3 / 22